ECLI:NL:RBDHA:2025:20386
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake verblijfsvergunning asiel door vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser, van Algerijnse nationaliteit en geboren in 1988, heeft zijn aanvraag ingediend, maar de minister heeft deze niet in behandeling genomen op basis van het bestreden besluit van 13 oktober 2025, omdat Luxemburg verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 28 oktober 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar eiser zelf niet. De gemachtigde van eiser heeft zich afgemeld voor de zitting.
De rechtbank heeft zich vervolgens de vraag gesteld of eiser nog procesbelang heeft bij het beroep. Uit vaste rechtspraak blijkt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder de minister te informeren over zijn verblijfplaats, er in beginsel van moet worden uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De rechtbank wijst op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 juli 2024, waarin dit principe wordt bevestigd. Op 23 oktober 2025 heeft de minister de rechtbank geïnformeerd dat eiser op 16 oktober 2025 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 27 oktober 2025 bevestigd dat hij geen contact meer heeft met eiser.
Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en geen prijs meer stelt op de bescherming in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen rechtens te beschermen belang meer bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.M. den Dulk en is op 31 oktober 2025 openbaar gemaakt.