In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 30 oktober 2025, zijn eisers in beroep gegaan tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op hun asielaanvragen, ingediend op 13 april 2022. De rechtbank heeft de beroepen ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard, omdat de beslistermijn was verstreken. Eisers hadden de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen vier weken na de bekendmaking van de uitspraak een besluit moet nemen op de aanvragen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eisers vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier A.S. van der Veen, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.