In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2025, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn asielvergunningen voor bepaalde en onbepaalde tijd behandeld. De intrekking vond plaats op basis van het verstrekken van onjuiste gegevens en het achterhouden van informatie die tot afwijzing van de oorspronkelijke aanvraag zou hebben geleid. Eiser had eerder asielvergunningen verkregen, maar verweerder concludeerde dat hij deze niet zou hebben gekregen als hij op de hoogte was geweest van de juiste identiteitsgegevens. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat het achterhouden van de juiste gegevens doorslaggevend was voor de verlening van de vluchtelingenstatus. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, waardoor de intrekking van de vergunningen, het terugkeerbesluit en het inreisverbod niet standhouden. Eiser krijgt de proceskosten vergoed, maar het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verweerder om adequaat te motiveren waarom bepaalde gegevens van invloed zijn op de asielstatus van een aanvrager.