ECLI:NL:RBDHA:2025:19364

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/690431 / KG ZA 25-842
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod op executie van boetebeding uit vaststellingsovereenkomst in kort geding

In deze zaak, die op 13 oktober 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben de eiseressen, Westland Werving en Selectie B.V. en Westland Personeel Holding B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, LokaleBanen B.V. H.O.D.N. Westlandsebanen.nl. De eiseressen vorderen een verbod op de executie van een boetebeding dat is opgenomen in een vaststellingsovereenkomst, omdat zij van mening zijn dat het boetebedrag niet objectief bepaalbaar is. De procedure is gestart met een dagvaarding op 10 september 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 september 2025. Tijdens deze behandeling is de zaak pro forma aangehouden om partijen de gelegenheid te geven tot een schikking te komen, maar uiteindelijk hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om vonnis te wijzen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat LokaleBanen een online platform aanbiedt voor regionale banen en dat er een vaststellingsovereenkomst is gesloten tussen partijen, waarin Westland c.s. zich verplichten geen vacatures meer van LokaleBanen over te nemen. De rechtbank oordeelt dat het proces-verbaal van de vaststellingsovereenkomst geen executoriale titel oplevert voor de boetes, omdat het verschuldigde boetebedrag niet objectief kan worden vastgesteld. De voorzieningenrechter wijst het verbod op verdere executiemaatregelen toe en veroordeelt LokaleBanen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt dat de vaststellingsovereenkomst niet voldoende duidelijkheid biedt over de wijze van vaststelling van de boetes, wat betekent dat deze in een bodemprocedure moet worden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/690431 / KG ZA 25-842
Vonnis in kort geding van 13 oktober 2025
in de zaak van

1.WESTLAND WERVING EN SELECTIE B.V.te ‘s-Gravenzande,2. WESTLAND PERSONEEL HOLDING B.V.te ‘s-Gravenzande,

eiseressen,
hierna te noemen: Westland Werving en Selectie en Westland Holding en samen: Westland c.s.,
advocaat: mr. M.W. Renzen,
tegen
LOKALEBANEN B.V. H.O.D.N. WESTLANDSEBANEN.NLte Naaldwijk,
gedaagde,
hierna te noemen: LokaleBanen,
advocaat: mr. A. Cremer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 september 2025, met producties en aanvullende producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 september 2025. De advocaat van Westland c.s. heeft ter zitting het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. Deze pleitnotities maken deel uit van het dossier. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter de zaak pro forma aangehouden tot 27 september 2025 om partijen in de gelegenheid te stellen hun geschil in onderling overleg te beëindigen. Bij berichten van 29 september 2025 hebben partijen de voorzieningenrechter verzocht om vonnis te wijzen. Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
LokaleBanen (voorheen WL Media B.V.) biedt een online platform aan voor regionale banen, onder meer via haar website www.westlandsebanen.nl.
2.2.
Westland Payroll B.V. (geen partij in deze procedure) en Westland Werving en Selectie zijn werkmaatschappijen van Westland Holding. Westland Werving en Selectie houdt zich bezig met recruitment. Westland Payroll B.V. is eigenaar van het gratis vacatureplatform www.westlandvacatures.nl (hierna: de website). Op de website staan vacatures van derden.
2.3.
In 2020 hebben Westland c.s. advertenties van LokaleBanen op de website gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan heeft LokaleBanen bij deze rechtbank een kort geding aanhangig gemaakt tegen Westland c.s. Vervolgens hebben partijen ter beëindiging van hun geschil (buiten de zitting) op 5 oktober 2025 een vaststellingsovereenkomst gesloten, die op hun verzoek is vastgelegd in een proces-verbaal van 16 oktober 2020 (hierna: het proces-verbaal).
2.4.
In de vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellingsovereenkomst), waarin Westland c.s. wordt aangemerkt als partij I en II en LokaleBanen als partij III, zijn partijen overeengekomen dat Westland c.s. geen vacatures meer zullen overnemen van LokaleBanen, zulks op straffe van een boete van € 5.000,00 per dag met een maximum van € 50.000,00. Verder zijn partijen overeengekomen dat Westland c.s. een schadevergoeding betalen van € 1.500,00 en € 6.000,00 aan buitengerechtelijke advocaatkosten. In de vaststellingsovereenkomst is de afspraak met betrekking tot het overnemen van de vacatures als volgt geformuleerd:

Partij I en II verklaren gaaf en onvoorwaardelijk geen vacatures meer over te zullen nemen van www.westlandsebanen.nl of een ander door partij III geëxploiteerde vacaturewebsite, rechtstreeks dan wel door middel van een op enigerlei wijze met haar verbonden (rechts)persoon, in het bijzonder door het overnemen, opvragen, verveelvoudigen, aanbieden of anderszins openbaar maken of hergebruiken van (samenvattingen) van de vacatures danwel vacatureadvertenties op de website (s) van partij III en zich te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van partij III op straffe van een direct opeisbare boete ter hoogte van een bedrag groot € 5.000,-- voor elke dag of een gedeelte van een dag dat gedaagde in strijd handelt of laat handelen met betrekking tot het vorenstaande, zulks met een maximum van € 50.000--.
2.5.
Bij brief van 25 juli 2025 heeft de advocaat van LokaleBanen Westland c.s. gesommeerd tot betaling van € 50.000,00 in verband met overtreding van de vaststellingsovereenkomst. In deze brief schrijft de advocaat dat LokaleBanen op 17 juli 2025 door haar klant Golfbaan Delfland erover is geïnformeerd dat een door LokaleBanen gemaakte vacature is geplaatst op de website. Bij de brief was een bijlage gevoegd van de betreffende advertentie zoals aangetroffen op de website. Het gaat om een advertentie voor een schoonmaakmedewerker, met een vermelde publicatiedatum van 20 juni 2025.
2.6.
Bij e-mailbericht van 31 juli 2025 heeft de advocaat van Westland c.s. erkend dat sprake is van inbreuk op de vaststellingsovereenkomst. Hierbij heeft de advocaat meegedeeld dat een jonge medewerkster een vergissing heeft begaan. In het e-mailbericht heeft de advocaat van Westland c.s. zich op het standpunt gesteld dat het verzochte boetebedrag disproportioneel en buitensporig is en aangeboden om € 5.000,00 te betalen voor de boete, te vermeerderen met € 2.500,00 aan advocaatkosten. Dit bedrag is vervolgens door Westland c.s. overgemaakt naar de derdengeldrekening van de advocaat van LokaleBanen.
2.7.
Bij exploot van 20 augustus 2025 heeft LokaleBanen het proces-verbaal aan Westland c.s. betekend en aanspraak gemaakt op betaling van € 45.000,00, te vermeerderen met rente en kosten. Het exploot bevat een aanzegging dat bij het uitblijven van betaling tot tenuitvoerlegging van de titel wordt overgegaan, onder meer door het nemen van executiemaatregelen.
2.8.
Bij e-mail van 21 augustus 2025 heeft de advocaat van Westland c.s. de deurwaarder meegedeeld dat hij zich moet onthouden van verdere executie, omdat er geen sprake is van een geldige executoriale titel.

3.Het geschil

3.1.
Westland c.s. vorderen bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I. LokaleBanen te verbieden om de executie van het boetebeding uit het proces-verbaal voort te zetten, en haar te bevelen om alle in dat verband eventueel gelegde executoriale maatregelen op te heffen, zulks op straffe van een dwangsom;
II. LokaleBanen te veroordelen tot restitutie van al hetgeen zij uit hoofde van de executie heeft geïncasseerd, te vermeerderen met de wettelijke rente;
met veroordeling van LokaleBanen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Westland c.s. leggen aan hun vorderingen het volgende ten grondslag.
Tenuitvoerlegging van het boetebeding uit het proces-verbaal is onrechtmatig, omdat het proces-verbaal geen executoriale titel oplevert voor de boetes. Verder brengen de uitleg van de vaststellingsovereenkomst en de redelijkheid en billijkheid mee dat Westland c.s. niet voor € 50.000,00 aan boetes hebben verbeurd. Aangezien LokaleBanen niet heeft bevestigd dat de aangekondigde executie wordt gestaakt, hebben Westland c.s. belang bij een verbod op verdere tenuitvoerlegging en bij een bevel tot restitutie van wat uit hoofde van de executie is geïncasseerd.
3.3.
Lokale Banen voert verweer. Lokale Banen concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Westland c.s., met veroordeling van Westland c.s. in de proceskosten
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of het LokaleBanen moet worden verboden het proces-verbaal ten uitvoer te leggen ter incasso van de door LokaleBanen aangezegde boetes voor het overnemen van de advertentie van Golfbaan Delfland. Hiertoe moet worden beoordeeld of het proces-verbaal voor die boetes een voor executie vatbare titel oplevert. Aangezien LokaleBanen na betekening van het betalingsbevel geen executiemaatregelen heeft getroffen, behoeven de vordering tot opheffing van die maatregelen en die tot restitutie van geïncasseerde bedragen geen inhoudelijke beoordeling.
4.2.
Bij de beoordeling stelt de voorzieningenrechter het volgende voorop.
Op grond van artikel 430 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een in
executoriale vorm uitgegeven proces-verbaal van een minnelijke schikking, zonder rechterlijke tussenkomst, ten uitvoer worden gelegd. Net als bij (andere) authentieke akten geldt hierbij als vereiste dat de ten uitvoer te leggen vordering voldoende bepaalbaar moet zijn. Op grond van vaste jurisprudentie geldt de executoriale kracht van een authentieke akte alleen voor reeds bestaande vorderingen en voor toekomstige vorderingen die hun onmiddellijke grondslag vinden in het op het moment van verlijden van de akte reeds bestaande in de akte omschreven rechtsverhouding. Verder geldt dat indien de akte de grootte van het verschuldigde bedrag niet vermeldt, de grosse van de akte voor tenuitvoerlegging vatbaar is wanneer deze de weg aangeeft langs welke op voor de schuldenaar bindende wijze de grootte van het verschuldigde bedrag kan worden vastgesteld, behoudens de mogelijkheid van tegenbewijs door de schuldenaar. Zoals is overwogen in de door partijen aangehaalde uitspraken, valt niet in te zien waarom dit voor een proces-verbaal van een minnelijke schikking anders zou zijn. [1]
4.3.
In de vaststellingsovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat een vordering ter hoogte van de boete zal ontstaan als Westland c.s. het verbod op overname van vacatures overtreedt. Die boetevordering kan daarmee worden gelijkgesteld met een toekomstige vordering die zijn onmiddellijke grondslag vindt in een op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte omschreven rechtsverhouding. De vaststellingsovereenkomst vermeldt echter niet op welke wijze overtredingen op het verbod en daarmee de verschuldigdheid van boetes op voor Westland c.s. bindende wijze wordt vastgesteld. Daarmee is het op grond van het proces-verbaal verschuldigde boetebedrag niet op objectieve wijze met informatie uit de akte bepaalbaar. Dit maakt dat het proces-verbaal geen executoriale titel oplevert voor de executie van de volgens LokaleBanen verschuldigde boetes. Het maakt hierbij geen verschil dat partijen zijn overeengekomen dat de boetes direct opeisbaar zijn.
4.4.
De stelling van LokaleBanen dat het een objectief waarneembare overtreding betreft die door iedere willekeurige derde kan worden vastgesteld en dat Westland c.s. in het e-mailbericht van 31 juli 2025 hebben erkend dat de vaststellingsovereenkomst (ten minste) één keer is overtreden, maakt het voorgaande niet anders. Aan de hand van de akte zelf kan immers niet worden vastgesteld hoeveel dagen de overtreding van Westland c.s. heeft geduurd en welk boetebedrag verschuldigd is. Daarmee is het bestaan van de concrete vordering van LokaleBanen van € 45.000,00, dan wel een ander bedrag, onvoldoende zeker. Indien partijen op dit punt niet alsnog overeenstemming bereiken, moet het door Westland c.s. verschuldigde boetebedrag in een bodemprocedure worden vastgesteld.
4.5.
De slotsom is dat het proces-verbaal geen executoriale titel oplevert voor de volgens LokaleBanen door Westland c.s. verschuldigde boetes. Aangezien LokaleBanen niet heeft toegezegd van het nemen van executiemaatregelen af te zien, wordt het verbod op het treffen van executiemaatregelen op de hierna te vermelden wijze toegewezen. Hiermee is
Lokale Banen in overwegende mate in het ongelijk gesteld en zij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten). Het feit dat LokaleBanen nog geen executiemaatregelen heeft getroffen geeft geen aanleiding om anders te beslissen over de proceskosten. De proceskosten van Westland c.s. worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
122,35
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.121,35

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verbiedt LokaleBanen om de executie van het boetebeding uit het proces-verbaal voort te zetten;
5.2.
veroordeelt Lokale Banen om aan Westland c.s. een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 45.000,00 is bereikt;
5.3.
veroordeelt Lokale Banen in de proceskosten van € 2.121,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Lokale Banen niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2025.

Voetnoten

1.Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 1 augustus 2023, ECLI:NL:GHSHE:2024:2484