ECLI:NL:RBDHA:2025:19171

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.31615
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en toekenning proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de verzoeker, met een V-nummer, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 8 juli 2025 afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 oktober 2025 behandeld, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de zaak met nummer NL25.31614, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Aangezien er in die uitspraak al een beslissing is genomen, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de verzoeker recht heeft op een vergoeding van zijn proceskosten, die door de minister moet worden betaald. De vergoeding is vastgesteld op € 907,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de kosten voor de rechtsbijstand door de gemachtigde zijn berekend op een vast bedrag per proceshandeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, in aanwezigheid van mr. M. Veenstra, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.31615

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. B.H. Werink),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. I. van Es).

Procesverloop

1. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 8 juli 2025 in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep met zaaknummer NL25.31614, op 14 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, een tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.31614, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1.
De voorzieningenrechter ziet, gelet op de inhoud van de uitspraak op het beroep, aanleiding te bepalen dat verzoeker een vergoeding krijgt van zijn proceskosten. De minister moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeker een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 907,-.
De vergoeding bedraagt dan in totaal € 907,00.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister tot betaling van een bedrag van € 907,00 aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Veenstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.