ECLI:NL:RBDHA:2025:18963
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet-tijdige besluitvorming met onbekende bestemming
In deze zaak heeft eiser op 17 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 22 oktober 2020. De minister van Asiel en Migratie heeft op 9 oktober 2023 de asielaanvraag van eiser afgewezen. Eiser heeft vervolgens opnieuw beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft besloten beide zaken gezamenlijk te behandelen en heeft deze aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen van de Raad van State over statushouders in Griekenland. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op de beantwoording van deze vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Eiser heeft echter geen contact meer gehad met zijn gemachtigde en is met onbekende bestemming vertrokken.
De rechtbank heeft de verzoeken van verweerder om de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren, in overweging genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op internationale bescherming in Nederland, gezien zijn vertrek zonder contact met zijn gemachtigde. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. De rechtbank heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van eiser, omdat er sprake was van het niet tijdig nemen van een besluit. De proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De rechtbank heeft de beroepen met nummers NL23.20598 en NL23.34025 niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. Deze uitspraak is gedaan op 14 oktober 2025 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.