Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 5 juni 2025 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
[de grootmoeder] ,
Procedure
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en A.H.H. Alnima, tolk;
- de oma mz, bijgestaan door I. Abdelfattah, tolk, beiden door middel van een videoverbinding aanwezig;
- de bijzondere curator;
- [naam] , namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Verzoek en verweer
- te bevelen dat de moeder de minderjarige met zijn paspoort zal afgeven aan vader, onmiddellijk, doch uiterlijk op een door de rechtbank te bepalen datum, opdat vader de minderjarige zelf kan terugbrengen naar Egypte;
- dan wel de terugkeer te gelasten van [de minderjarige 1] naar [plaats] (Egypte) met onmiddellijke ingang, doch uiterlijk op een door de rechtbank te bepalen datum, waarbij moeder de minderjarige dient terug te brengen naar Egypte;
- moeder te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van vader;
- primair: de reële door de moeder gemaakte kosten van rechtsbijstand, begroot op
- subsidiair: een vergoeding van advocaatkosten begroot op vijfmaal het toepasselijke liquidatietarief, gelet op het oneigenlijke karakter van deze procedure;
- meer subsidiair: de gebruikelijke proceskosten, alsmede de kosten van rechtsbijstand aan de zijde van de moeder conform het liquidatietarief.
Feiten
- [de minderjarige 1] (hierna: [de minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 2018 te [geboorteplaats 1] , Egypte;
- [de minderjarige 2]
- Bij beschikking van deze rechtbank van 14 februari 2022 is het verzoek van de vader tot teruggeleiding van [de minderjarige 1] naar Egypte afgewezen.
- Bij beschikking van het gerechtshof Den Haag van 4 april 2022 heeft het hof – kort gezegd – de teruggeleiding van [de minderjarige 1] naar Egypte gelast.
- In een uitspraak van 27 maart 2023 van de familierechtbank van As Santah, Egypte, is het zorgrecht
- [de minderjarige 1] verblijft sinds maart 2025 bij de moeder in Nederland en staat sinds 18 maart 2025 ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) in Nederland.
- Blijkens de BRP heeft de vader – in ieder geval – de Nederlandse nationaliteit. De moeder en [de minderjarige 1] hebben de Egyptische nationaliteit.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 30 juni 2025 is mr. drs. A.M. Beijersbergen-Van Bosveld Heinsius benoemd als bijzondere curator over [de minderjarige 1] .
Beoordeling
hadana’, het zorgrecht, en de
‘wilaya’, de wettelijke vertegenwoordiging. De
hadana, het zorgrecht, is na de teruggeleiding van [de minderjarige 1] naar Egypte door de Egyptische rechter toegewezen aan de oma mz in verband met de afwezigheid van de moeder in Egypte. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat het gezagsrecht van de vader sindsdien ongewijzigd is en dat een verhuizing van [de minderjarige 1] naar Nederland zonder toestemming van de vader in strijd is met het gezagsrecht van de vader naar Egyptisch recht. Omdat niet is gebleken dat de vader toestemming heeft gegeven voor de overbrenging van [de minderjarige 1] naar Nederland, komt de rechtbank tot het oordeel dat de overbrenging van de minderjarige naar Nederland aangemerkt dient te worden als ongeoorloofd in de zin van artikel 3 van het Verdrag.