In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 10 oktober 2025, gaat het om een beroep dat eiser heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 5 maart 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eiser om alsnog binnen twee weken te beslissen. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen vier weken na de uitspraak een besluit moet nemen op de aanvraag, rekening houdend met het ‘8+8 wekenmodel’ en de overschrijding van de bovengrens van 21 maanden. Indien de minister niet binnen deze termijn beslist, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.