ECLI:NL:RBDHA:2025:18524
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 2 oktober 2025, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 12 mei 2025 en is eerder getoetst in eerdere uitspraken van de rechtbank op 27 mei, 17 juni en 5 september 2025. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 27 september 2025 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting wordt behandeld.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond kan worden verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring tot het sluiten van het onderzoek op 29 augustus 2025 rechtmatig was. Eiser heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en de rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.