Uitspraak
Rechtbank den haag
bijgestaan door mrs.
M.C. Levy en N.F. Christiansen, advocaten te Rotterdam,
Rechtbank Den Haag
Op 1 oktober 2025 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot verschoning toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. D.F. Smulders, rechter in de rechtbank Den Haag, die betrokken was bij een strafzaak tegen de verdachte met parketnummer 71/268956-23. De rechter had eerder als lid van de meervoudige kamer een vonnis gewezen waarin de verdachte was genoemd en onderwerpen waren behandeld die ook in de huidige strafzaak ter discussie staan. Dit leidde tot de vrees voor partijdigheid, wat de basis vormde voor het verschoningsverzoek.
De procedure rondom het verschoningsverzoek verschilt van die van een wrakingsverzoek, aangezien het verzoek niet ter zitting hoeft te worden behandeld. De rechter heeft op 29 september 2025 het verzoek ingediend, en de verschoningskamer heeft op basis van de aangevoerde argumenten geoordeeld dat het verzoek terecht was. De beslissing houdt in dat de behandeling van de strafzaak door een andere rechter moet worden overgenomen om de schijn van partijdigheid te vermijden.
De verschoningskamer heeft in raadkamer besloten dat het proces in de strafzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter zelf en de officieren van justitie.