ECLI:NL:RBDHA:2025:1825
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de beëindiging van de Ziektewet-uitkering en de toekenning van schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn Ziektewet-uitkering beoordeeld. Eiser had zijn uitkering op 26 februari 2021 beëindigd gekregen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) na een medisch en arbeidskundig onderzoek. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv handhaafde het besluit. De rechtbank heeft het beroep op 22 november 2022 behandeld en een deskundige benoemd om de gezondheidssituatie van eiser te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat eiser meer beperkingen had dan eerder vastgesteld, wat leidde tot een urenbeperking van ongeveer 6 uur per dag. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke medische grondslag berustte en vernietigde het besluit van het Uwv. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 2.000,- voor eiser. De rechtbank droeg het Uwv op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, rekening houdend met de conclusies van de deskundige.