Uitspraak
[eiser] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)V-nummer: [v-nummer]
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Volgens eiser stelt verweerder ten onrechte dat hij geen zienswijze heeft ingediend. Eiser stelt wel degelijk een zienswijze te hebben ingediend. Nu de inhoud hiervan niet is betrokken in het bestreden besluit is dat volgens eiser onzorgvuldig en onrechtmatig tot stand gekomen. Eiser voert verder aan dat er sprake is van een standaardvoornemen waarin verweerder niet ingaat op zijn verklaringen. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst eiser naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 10 december 2024. [2] Eiser stelt dat de autoriteiten in Oostenrijk hem op een onmenselijke en vernederende manier hebben behandeld, zowel binnen als buiten de opvang. Eiser heeft in zijn zienswijze naar voren gebracht dat hij geen gesprekken over zijn asielrelaas heeft gekregen en zichzelf na het verlaten van de opvang twee maanden op straat staande heeft moeten houden. Eiser stelt dat de autoriteiten door zo te handelen in strijd met artikel 4 van het Handvest [3] hebben gehandeld. Door de taalbarrière en het ontbreken van (juridisch) hulp heeft eiser over de gang van zaken niet geklaagd bij de autoriteiten. Gezien deze omstandigheden stelt eiser dat er in zijn specifieke geval niet uitgegaan kan en mag worden van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Oostenrijk en dat dit voldoende aannemelijk is gemaakt door zijn verklaringen. Hiernaast wijst eiser er nog op dat hij heeft aangegeven dat zijn vrouw en hij uit elkaar zijn gegaan in Oostenrijk en dat dit veel problemen met de familie van zijn vrouw heeft opgeleverd. Zo is hij bedreigd door haar familie. I