In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.J. Meijering, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres heeft een asielaanvraag ingediend op 30 december 2023, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat eiseres de minister heeft verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, wat niet is gebeurd. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen, rekening houdend met het ‘8+8 wekenmodel’. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.