4.4.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de volgende berekening.
De bij deze berekening gebruikte aantallen en bedragen ontleent de rechtbank aan de inhoud van de genoemde wettige bewijsmiddelen. Redengevend voor deze schatting zijn de daar vermelde feiten, omstandigheden en gevolgtrekkingen.
Opbrengst
Borg en verdiensten import
De rechtbank heeft in het veroordelend vonnis van 1 oktober 2025 geoordeeld dat de veroordeelde zijn bedrijf [bedrijf 1] B.V. gebruikte om goederen in te kopen die dienden als deklading voor de import van verdovende middelen. Zoals blijkt uit de Sky ECC-berichten en de verklaring van de verdachte ontving hij persoonlijk een contant bedrag van € 100.000,- om het inkopen van die goederen mogelijk te maken en daarna diverse contante geldbedragen van in totaal € 500.000,-. De verdachte heeft hierover verklaard dat hij al deze bedragen ook weer moest terugbetalen toen de samenwerking tussen hem en de organisatie eindigde.
De rechtbank komt tot het oordeel dat deze verklaring van de verdachte niet ondersteund wordt door het dossier. Daarmee is niet aannemelijk geworden dat hij de ontvangen bedragen heeft moeten terugbetalen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de € 100.000,- borg dat uit het door de veroordeelde overgelegde schriftje niet kan worden afgeleid dat de veroordeelde deze borg heeft moeten teruggegeven.
De in de pleitnota door de raadsman aangehaalde chatberichten met datering 17 april 2020 en 15 mei 2025 brengen de rechtbank ook niet tot een ander oordeel. Volgens de raadsman duiden deze berichten erop dat er werd gedreigd met het moeten terugbetalen van bedragen door de veroordeelde. Uit de Sky ECC-berichten volgt echter ook dat de veroordeelde ná deze berichten nog geld heeft ontvangen van de organisatie, te weten € 200.000,- op 16 september 2020, € 50.000,- op 1 oktober 2020 en € 250.000,- op 19 oktober 2020. Het andere aangehaalde bericht “Ik pak 150. Van hem” dat is verstuurd door ‘ [bijnaam] ’ op 19 september 2020 wordt wel ondersteund door latere Sky ECC-berichten. Hieruit volgt dat de veroordeelde nog € 250.000,- moest krijgen van de organisatie en hiervan € 150.000,- moest betalen aan [bijnaam] . Op 19 oktober 2020 spraken [bijnaam] en de veroordeelde af en ontving de veroordeelde een geldbedrag minus de bijdrage die hij aan [bijnaam] moest afdragen.
De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat de veroordeelde in ieder geval een wederrechtelijk voordeel heeft verkregen van € 450.000,-. Het gaat om € 100.000,- + € 200.000,- + € 50.000 + € 250.000,- - € 150.000,-.
Deklading tonijn
Uit het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel volgt dat de veroordeelde ook geld heeft verdiend aan de verkoop van de deklading tonijn. De rechtbank overweegt hierover dat het importeren van blikken tonijn in beginsel niet strafbaar is, waardoor de opbrengst daarvan doorgaans niet als wederrechtelijk verkregen vermogen zal worden aangemerkt. In dit geval heeft de veroordeelde de blikken tonijn echter geïmporteerd met het enkele doel om de cocaïne te maskeren en de douane te misleiden. De rechtbank oordeelt op grond daarvan dat de opbrengst van de verkoop van de deklading tonijn ook als wederrechtelijk verkregen vermogen kan worden aangemerkt.
Uit de Sky ECC-chats blijkt dat de veroordeelde geld van de organisatie heeft ontvangen om de deklading tonijn via zijn bedrijf [bedrijf 1] B.V. in te kopen, zodat de deklading kon worden gebruikt voor de import van de verdovende middelen. De veroordeelde zou vervolgens de blikken tonijn verkopen en de opbrengst hiervan teruggeven aan de organisatie. Uit de administratie van [bedrijf 1] B.V. volgt dat de netto opbrengst van de blikken tonijn (excl. BTW) € 136.372,80 betrof.
Een van de afnemers betreft [bedrijf 2] B.V., de persoonlijke holding van de veroordeelde, waarvan hij de enige bestuurder/aandeelhouder is. Hij kan als enige beschikken over het vermogen van de holding. Uit de administratie van [bedrijf 2] B.V. blijkt dat deze onderneming op 23 december 2020, dezelfde dag als die waarop 5.580 dozen tonijn van [bedrijf 1] B.V. zijn gekocht, een partij tonijn heeft verkocht aan Basis Groothandel B.V. voor een bedrag van € 133.848,- (excl. BTW). Uit de jaarrekening van 2020 van [bedrijf 2] B.V. volgt verder dat de totale netto omzet dat jaar eveneens
€ 133.848,- bedroeg en de totale kostprijs van de omzet € 72.540,-. Hieruit leidt de rechtbank af dat de in- en verkoop van de partij tonijn de enige handelsactiviteiten van [bedrijf 2] B.V. zijn geweest en dat deze in- en verkoop betrekking hebben op dezelfde partij tonijn. [bedrijf 2] B.V. heeft met deze transactie een netto winst van (€ 133.848,- - € 72.540,- =) € 61.308,- behaald.
Uit de inbeslaggenomen administraties van [bedrijf 1] B.V. en [bedrijf 2] B.V. tezamen volgt derhalve dat de veroordeelde de deklading tonijn voor in totaal (€ 136.372,80 + € 61.308,- =) € 197.680,80 heeft verkocht. Daarnaast volgt uit Sky ECC-chats dat de veroordeelde € 105.000,- van de verkoopopbrengst van de dozen tonijn aan de organisatie heeft afgestaan. De rechtbank leidt hieruit dat de veroordeelde (€ 197.680,80 - € 105.000,- =) € 92.680,80 heeft verdiend aan de verkoop van de deklading tonijn.
De verklaring van de veroordeelde dat de winst van de verkoop van de blikken tonijn naar [bijnaam] zou zijn gegaan wordt op geen enkele wijze ondersteund door bewijsmiddelen. De rechtbank zal deze verklaring dan ook als niet aannemelijk terzijde schuiven. Al met al concludeert de rechtbank dat de veroordeelde € 92.680,80 aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft ontvangen voor de verkoop van de deklading tonijn.
Kosten
Kosten borg en verdiensten import
Uit het onderzoek is niet gebleken dat de veroordeelde kosten heeft gemaakt voor de import van de deklading tonijn met de verdovende middelen. Uit de Sky ECC-chats blijkt dat de kosten hiervan door de organisatie werden betaald.
Kosten bij verkoop deklading tonijn
Uit Sky-ECC-chats van 16 december 2020 tussen de accounts van [verdachte] en de organisatie blijkt dat [verdachte] in relatie tot de verkoop van de 7.150 dozen tonijn (3 x € 450,- =) € 1.350,- transportkosten heeft moeten betalen.
De rechtbank leidt hieruit af dat de totale kosten die de veroordeelde heeft gemaakt om het wederrechtelijk verkregen voordeel te kunnen ontvangen € 1.350,- bedragen.
Conclusie
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt op basis van het vorenstaande:
Opbrengst borg import € 100.000,-
Opbrengst verdiensten import € 350.000,-
Opbrengst verkoop deklading € 92.680,80 +
Totaal € 542.680,80
Kosten deklading € 1.350,- -
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 541.330,80