Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 25 september 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Ghanese nationaliteit, was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was op 30 juli 2025 opgelegd en eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op 19 september 2025.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was en dat het nu aan de rechtbank is om te beoordelen of het voortduren van deze maatregel sinds 13 augustus 2025 nog steeds rechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat de minister onvoldoende voortvarend handelt en dat er geen zicht op uitzetting naar Ghana is. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de minister wel degelijk voortvarend handelt, gezien de ingediende LP-aanvraag en de regelmatige communicatie met de Ghanese autoriteiten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiser niet wil meewerken aan zijn terugkeer, wat bijdraagt aan het voortduren van de maatregel van bewaring.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000.