ECLI:NL:RBDHA:2025:17295
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met biseksuele gerichtheid als motief
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die op 8 juni 2025 een opvolgende aanvraag indiende, had eerder asiel aangevraagd, maar deze was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening. De eiser stelt dat hij vanwege zijn biseksuele gerichtheid en de daaruit voortvloeiende problemen in Nigeria vreest voor vervolging. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de door de eiser aangevoerde gronden niet voldoende zijn om de afwijzing te weerleggen. De rechtbank concludeert dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade. De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims en dat zijn verklaringen niet consistent en geloofwaardig zijn.