Voetnoten
1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b. van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 4 oktober 2024, ECLI:EU:C:2024:841 (C-406/22).
3.Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (Kwalificatierichtlijn).
4.Zie C7/1.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
5.Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (Procedurerichtlijn).
6.Zie Bijlage I en artikelen 36 en 37 van de Procedurerichtlijn.
7.De minister moet de situatie in landen regelmatig onderzoeken en moet daarbij in het bijzonder informatie uit andere lidstaten, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, de UNHCR, de Raad van Europa en andere relevante internationale organisaties betrekken. Zie artikel 3.105ba, tweede en derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb), paragraaf C2/7.2 van de Vc en artikel 3.37f van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Vv).
8.Zie paragraaf C2/7.2 van de Vc.
9.Zie artikel 3.109ca van het Vb.
10.Zie artikel 3.109ca, eerste lid, aanhef en onder c, in samenhang met artikel 3.109, eerste lid, van het Vb.
11.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b. van de Vw.
12.Zie paragraaf C1/2.5 van de Vc.
13.Op grond van artikel 82, tweede lid, aanhef en onder c, in samenhang gelezen met het eerste lid, van de Vw.
14.Op grond van artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, in samenhang gelezen met het eerste lid, van de Vw.
15.Op grond van artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw.
16.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2474. 17.De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
18.Dit is mogelijk op grond van artikel 8:12a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
21.Zie het arrest van het Hof van Justitie van 4 oktober 2024 (ECLI:EU:C:2024:841), r.o. 65.
22.Zie ook de conclusie van de Advocaat-Generaal bij het arrest van 30 mei 2024 [ECLI:EU:C:2024:442], overweging 98.
23.Zie bijvoorbeeld COM(2009)554 final, Annex, 14959/09 ADD 1 van 21 oktober 2009, p. 15.
24.Verordening (EU) 2024/1348 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie en tot intrekking van Richtlijn 2013/32/EU.
25.Zie artikel 61, tweede lid, van de Verordening 2024/1348.
26.Zie de preambule, overweging 42, van de Procedurerichtlijn.
27.Zie de verwijzingsbeslissingen van het Tribunale Ordinario di Firenze van 4 juni 2024, zaaknummers C-388/24 en C-389/24.
28.Sinds 2016 is Senegal aangemerkt als veilig land van herkomst. Zie Kamerstuk II 19 637, nr. 2123 van 9 februari 2016 en de bijbehorende bijlage 1: beoordelingen. De minister heeft de aanwijzing sindsdien gehandhaafd, zie bijvoorbeeld Kamerstuk II 19 637, nr. 2755 van 8 juli 2021.
29.Zie p. 11 van het aanmeldgehoor veilig land van herkomst van 13 november 2024.
30.Zie p. 11 van het aanmeldgehoor veilig land van herkomst van 13 november 2024.
31.Artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Awb.
32.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw.
33.Op grond van artikel 45, eerste lid, van de Vw.
34.Op grond van artikel 62, eerste lid, van de Vw. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 19 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1331, ov. 7.1.