Uitspraak
wonende te [adres] , [postcode] te [woonplaats] .
Rechtbank Den Haag
Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die sinds 1 april 2023 heimelijk een onderneming drijft, terwijl hij in een wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) zit. De bewindvoerder heeft op 14 juli 2025 een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de WSNP ingediend, omdat de schuldenaar inkomsten uit zijn onderneming niet heeft gemeld aan de gemeente en de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar op de zitting van 8 september 2025 niet is verschenen, ondanks correcte oproeping, en geen redenen heeft opgegeven voor zijn afwezigheid. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de schuldenaar niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen in het kader van de WSNP.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat de schuldenaar op het moment van zijn toelating tot de WSNP al bekend was met zijn heimelijke onderneming en de daaruit voortvloeiende inkomsten. De rechtbank oordeelt dat deze ernstige verwijten aanleiding geven om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank heeft het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de regeling beëindigd, waardoor schuldeisers hun vorderingen weer op de schuldenaar kunnen verhalen. Tevens is de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.029,03, voor zover de boedel toereikend is. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.