Deze uitspraak betreft de afwijzing van de opvolgende asielaanvraag van eiser, die op 15 september 2023 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 6 mei 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat er twijfels bestonden over de juistheid van de informatie in het door eiser overgelegde Sierra Leoonse paspoort. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing, maar de rechtbank oordeelt dat de minister de afwijzing terecht heeft gehandhaafd. De rechtbank concludeert dat eiser niet in staat is geweest om zijn identiteit, nationaliteit en herkomst aannemelijk te maken, mede door inconsistenties in zijn eerdere verklaringen en het gebrek aan een deugdelijk verificatieproces rondom het paspoort.
Tijdens de zitting op 23 juli 2025 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigden aanwezig waren. Eiser heeft verklaard dat hij Sierra Leoons is en homoseksueel, maar de rechtbank oordeelt dat de minister terecht twijfels heeft over de geloofwaardigheid van zijn verklaringen. De rechtbank wijst erop dat eiser in eerdere asielprocedures inconsistent heeft verklaard over zijn identiteit en nationaliteit, wat de minister heeft doen besluiten om het paspoort buiten beschouwing te laten. De rechtbank bevestigt dat de minister de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.