ECLI:NL:RBDHA:2025:16410
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en ontvankelijkheid van het beroep in het bestuursrecht
In deze zaak heeft eiser, van Iraakse nationaliteit, op 9 november 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. Deze aanvraag werd op 20 mei 2025 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond, met een inreisverbod van tien jaar. Eiser heeft beroep ingesteld, maar dit beroep is te laat ingediend, waardoor de rechtbank de ontvankelijkheid van het beroep moest beoordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn van één week was overschreden, en eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor deze termijnoverschrijding. Eiser heeft wel de Bahaddar-exceptie ingeroepen, maar de rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere feiten of omstandigheden zijn die deze uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het niet tijdig is ingediend en er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. A.M.J. Adriaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op 1 september 2025.