Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. H. van Doorn).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Het is aan u om aannemelijk te maken dat er sprake is van bijzondere, individuele omstandigheden. U bent hierin niet geslaagd. De omstandigheden die u hebt aangevoerd zijn niet voldoende bijzonder om van de overdracht aan Duitsland af te zien vanwege een onevenredige hardheid. Hiertoe wordt het volgende overwogen. Zoals reeds is overwogen dient u zich met de problemen die spelen met uw ex-partner en uw strafrechtelijke problemen te wenden tot de autoriteiten van Duitsland of de daarvoor geschikte instanties van Duitsland. Niet is gebleken dat de autoriteiten van Duitsland u daarmee niet kunnen of willen helpen. Uw enkele stelling dat u door de autoriteiten niet wordt beschermd tegen uw ex-partner is onvoldoende om te spreken van een onevenredige hardheid. Uit wat u heeft aangevoerd blijkt ook niet dat u niet bij de Duitse autoriteiten terecht kunt voor hulp. U heeft immers naar de rechtbank kunnen stappen voor een omgangsregeling, verblijfsrecht gekregen op grond van familieleven met uw kinderen, ook heeft u aangebracht dat de politie een klacht van uw ex-partner heeft geseponeerd na onderzoek. U dient zich met alle problemen rondom de situatie met uw ex-partner en kinderen dan ook te wenden tot de Duitse autoriteiten of de daarvoor geschikte instanties van Duitsland. Uw stellingen dat u er geen enkel vertrouwen in hebt dat u door de Duitse autoriteiten tegen uw ex-partner in bescherming zal worden genomen of dat u in dat land veilig bent zijn ook niet voldoende om uit te gaan van een onevenredige hardheid bij overdracht aan Duitsland.