ECLI:NL:RBDHA:2025:15912
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de rechtmatigheid van de ophouding van een vreemdeling zonder geldig identificerend document
Op 25 juli 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie eiser opgehouden, waarna zijn vrijheidsbeneming om 22:38 uur diezelfde dag is beëindigd. Eiser, die stelt Oezbeeks te zijn, heeft beroep ingesteld tegen deze ophouding. In de procedure heeft eiser aangevoerd dat de rechtsgrond voor zijn ophouding onjuist was, omdat zijn identiteit al bekend was bij de autoriteiten. Verweerder heeft in zijn verweerschrift gesteld dat de ophouding op grond van artikel 50, tweede lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) heeft plaatsgevonden, omdat eiser geen geldig identificerend document heeft overgelegd. De rechtbank heeft op 20 augustus 2025 het onderzoek gesloten en op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de ophouding op de juiste grondslag heeft plaatsgevonden, omdat eiser geen geldig identificerend document heeft overgelegd en zijn identiteit niet volledig kon worden vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.