In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2025 een beschikking gegeven over de vervangende toestemming voor een internationale verhuizing van de kinderen naar Marokko. De moeder verzocht om toestemming om met haar twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], te verhuizen naar [plaats 1] in Marokko voor de periode van 1 september 2025 tot 1 juli 2026, en om hen in te schrijven op de school ‘Nederlands Onderwijs [plaats 1]’. De vader, die in de Verenigde Arabische Emiraten woont, voerde verweer tegen de verhuizing, met zorgen over het contact met de kinderen en de noodzaak van de verhuizing. De rechtbank heeft de belangen van beide ouders en de kinderen afgewogen. De moeder stelde dat de verhuizing belangrijk was voor de culturele ontwikkeling van de kinderen en dat zij goed voorbereid was. De vader betwistte de noodzaak en de voorbereiding van de verhuizing en maakte zich zorgen over de gevolgen voor het contact met de kinderen. De rechtbank oordeelde dat de tijdelijke verhuizing in het belang van de kinderen was, ondanks de bezwaren van de vader. De rechtbank verleende de moeder vervangende toestemming voor de verhuizing en de inschrijving op school, en bepaalde dat de proceskosten tussen de ouders worden gecompenseerd.