ECLI:NL:RBDHA:2025:1587
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 5 december 2024 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië volgens de minister verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 24 december 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van alle lidstaten, inclusief Kroatië. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij bij overdracht aan Kroatië een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het Handvest. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat er geen bewijs is dat Dublinclaimanten een reëel risico lopen op pushbacks in Kroatië.
Eiser heeft ook aangevoerd dat de minister zijn aanvraag op grond van artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening in behandeling had moeten nemen, omdat hij familieleden in Nederland heeft en goed is ingeburgerd. De rechtbank oordeelt echter dat de minister geen toepassing hoefde te geven aan dit artikel, omdat eiser zijn gestelde familiebanden niet heeft onderbouwd en niet heeft aangetoond waarom de overdracht aan Kroatië onevenredig hard zou zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft en eiser kan worden overgedragen aan Kroatië. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 13 januari 2025.