In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om uitstel van vertrek om medische redenen behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, heeft op 9 november 2023 een aanvraag ingediend op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 7 maart 2024 afgewezen, en deze afwijzing is in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat de benodigde zorg in Marokko beschikbaar en toegankelijk is voor eiser. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat de zorg feitelijk niet toegankelijk is, ondanks zijn medische aandoeningen zoals suikerziekte en hoge bloeddruk. De rechtbank stelt vast dat de minister niet ten onrechte heeft afgezien van een hoorzitting in de bezwaarfase, aangezien de beroepsgronden van eiser niet overtuigend zijn. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat hij niet in staat is om de benodigde zorg in Marokko te verkrijgen, en de rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag om uitstel van vertrek in stand blijft. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.