4.2.Eiser voert aan dat de artsen van Achmea/Sedgwick niet betwisten of ontkennen dat het incident op 22 september 2016 als luxerende gebeurtenis voor de forse chronische rugklachten geldt. Tot slot voert eiser aan dat door het UWV de arbeidsongeschiktheid en beperkingen na het dienstongeval zijn gerelateerd aan de forse rugklachten.
De onafhankelijke deskundige
5. Op 3 september 2024 heeft orthopedisch chirurg dr. [naam 1] een rapport uitgebracht waarmee is geantwoord op de volgende vragen van de rechtbank:
- Zijn de rugklachten veroorzaakt door het incident tijdens de IBT-training?
‘De rugklachten zijn ontstaan na de IBT-training. Er is dus zeker wel sprake van een causaliteit. De gevonden afwijking aan de lumbale wervelkolom is zeer waarschijnlijk niet veroorzaakt door het trauma. Het is een degeneratief proces, en heeft geen traumatische origine. De distorsie van de rug heeft geen structurele afwijkingen veroorzaakt en de prognose is derhalve gunstig.
De orthopeden in zowel het LUMC als de Sint Maartenskliniek adviseerden een conservatieve behandeling; dit is de enige juiste behandeling; er was absoluut geen indicatie voor een operatieve behandeling voor een discopathie.
Over de prognose lieten beide orthopeden zich niet uit, maar de prognose van deze myogene klachten is in het algemeen gunstig.’
- Is het aannemelijk dat het incident tijdens de IBT-training als luxerende gebeurtenis moet worden gezien, die bepalend is geweest voor zijn huidige klachten?
‘Het is aannemelijk dat de forse fysieke belasting tijdens de IBT-training tot deze, met name myogene, klachten van de lagere rug heeft geleid. De discopathie staat hier mijns inziens los van. Dit ontstaat eigenlijk nooit door een trauma, maar berust op degeneratie van de discus, een fenomeen dat zeer frequent optreedt. Bij betrokkene is dit op vrij jonge leeftijd begonnen, docht ook dat is niet een uitzondering. De klachten zijn derhalve wel door de belasting geluxeerd. De structurele afwijking op de röntgenfoto, de discopathie, is daar niet het gevolg van.’
6. Bij brief van 24 oktober 2024 stelt eiser dat uit het rapport van [naam 1] blijkt dat er wel sprake is van een causaal verband. Er staat dat de rugklachten zijn ontstaan na de IBT-training waardoor er zeker wel sprake is van causaliteit. Ook geeft het rapport aan dat het aannemelijk is dat de forse fysieke belasting tijdens de IBT-training tot deze, met name myogene klachten van de lage rug heeft geleid.
7. Verweerder reageert bij brief van 28 oktober 2024 op het rapport van [naam 1] . Volgens verweerder verschaft het rapport nog geen duidelijkheid over de vaag of de luxatie van de rugklachten ten gevolge van de IBT-training bij eiser tijdelijk of structureel van aard is en of er nu wel of geen causaal verband bestaat tussen de (chronische) rugklachten van eiser ten tijde van zijn ontslag en de IBT-training. Zijn de doorlopende/chronische rugklachten nu veroorzaakt door de degeneratieve afwijking of (mede) door de IBT-training?
8. De regels zijn opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
Hoe oordeelt de rechtbank?
9. De rechtbank heeft het onderzoek heropend omdat eiser met het door hem ingebrachte deskundigenonderzoek twijfel heeft laten ontstaan aan de uitkomst van het onderzoek van verweerder. Om deze twijfel weg te nemen heeft de rechtbank een medisch deskundige benoemd.
10. Volgens vaste rechtspraak dient het oordeel van de door de rechter ingeschakelde onafhankelijke deskundige te worden gevolgd, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven van dat oordeel af te wijken. Het is namelijk bij uitstek de taak van de deskundige om bij verschil van inzicht tussen partijen over de medische beperkingen een (in beginsel) beslissend advies te geven.
11. De rechtbank ziet aanleiding om de conclusies van de door haar geraadpleegde deskundige te volgen. Het onderzoek van de deskundige is zorgvuldig en volledig geweest en zijn conclusies zijn afdoende gemotiveerd. De deskundige heeft eiser onderzocht en de in het dossier aanwezige medische informatie bij zijn oordeel betrokken. De rapportage is dan ook op een zorgvuldige manier tot stand gekomen. Voorst geldt dat de door de deskundige vermelde bevindingen inzichtelijk zijn weergegeven en dat de door de deskundige gevolgde redenering begrijpelijk is. De in het rapport getrokken conclusies zijn navolgbaar en sluiten daarop aan.
12. De uitkomst van het onderzoek van de medische deskundige is dat aannemelijk is dat de IBT-training heeft geleid tot de myogene klachten die eiser nog altijd heeft aan zijn lage rug en dat de discopathie hier los van staat. Het bestreden besluit gaat ervan uit dat er geen causaal verband bestaat tussen het dienstongeval en de ziekte ten tijde van het ontslag, te weten de degeneratieve afwijkingen van de wervelkolom. Dit klopt in zoverre dat ook de door de rechtbank benoemde deskundige geen causaal verband ziet tussen het ongeval en de discopathie. Uit het deskundigenrapport is evenwel af te leiden dat wel degelijk een causaal verband bestaat tussen het ongeval en de klachten die – zo de rechtbank begrijpt – mede ten grondslag liggen aan de arbeidsongeschiktheid van eiser. Gelet op deze bevindingen kan het bestreden besluit niet in stand blijven. De rechtbank ziet in de reactie van verweerder op de door de rechtbank geraadpleegde deskundige geen aanleiding om daarvan af te wijken of om tot een ander oordeel te komen.