ECLI:NL:RBDHA:2025:1552
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvragen wegens ontbreken procesbelang
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2025, wordt de niet-ontvankelijkheid van de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen beoordeeld. De rechtbank heeft op 31 januari 2025 de zitting behandeld, maar eisers en hun gemachtigde zijn niet verschenen. De rechtbank concludeert dat eisers geen procesbelang meer hebben bij hun beroepen, omdat zij op 24 januari 2025 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers zijn geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. Dit betekent dat zij geen prijs meer stellen op de door hen aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland.
De rechtbank wijst erop dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak heeft overwogen dat voorzichtigheid geboden is bij het niet-ontvankelijk verklaren van een beroep op basis van een MOB-melding. Echter, in dit geval heeft de gemachtigde van eisers op 29 januari 2025 laten weten geen contact meer te hebben met eisers, wat de rechtbank doet concluderen dat er geen procesbelang meer is. De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk en kent geen proceskostenvergoeding toe aan eisers.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank benadrukt dat indien er spoed is, een voorlopige voorziening kan worden aangevraagd.