Op 22 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende het vaststellen van geboortegegevens en een verklaring voor recht van eenhoofdig gezag. De zaak betreft een verzoekschrift van de moeder van een minderjarige, die in Nederland verblijft maar wiens geboorte niet is geregistreerd in de burgerlijke stand. De moeder, die de Eritrese nationaliteit heeft, heeft geen geboorteakte kunnen overleggen, omdat zij in een onzekere situatie verkeerde tijdens de geboorte van haar kind in een ander land. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet beschikt over een geboorteakte en dat de minderjarige rechtmatig in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de noodzakelijke gegevens voor de geboorteakte vastgesteld en verklaard dat de moeder eenhoofdig gezag uitoefent over de minderjarige. De rechtbank heeft het verzoek om uitvoerbaar bij voorraad te verklaren afgewezen, omdat de aard van de beslissingen zich daartegen verzet. De beschikking is gegeven door mr. A. Emmens, (kinder)rechter, en uitgesproken ter openbare zitting.