ECLI:NL:RBDHA:2025:13335
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot vreemdelingenrecht en zicht op uitzetting naar Libië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 5 maart 2025 en is vier keer eerder getoetst. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 8 juli 2025 gesloten en bepaald dat de zaak niet op zitting zal worden behandeld. De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden die eiser heeft aangevoerd.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is. De maatregel van bewaring is niet onrechtmatig. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting naar Libië is, omdat de bewaring al bijna vier maanden duurt en de Libische autoriteiten nog niet hebben gereageerd. De rechtbank oordeelt echter dat uit de voortgangsrapportage blijkt dat een aanvraag bij de Libische autoriteiten nog loopt en dat eiser op 1 mei 2025 in persoon is gepresenteerd bij de Libische vertegenwoordiging. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het zicht op uitzetting ontbreekt.
De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Rashid, griffier, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.