ECLI:NL:RBDHA:2025:13210

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
AWB - 24 _ 4188
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kansspelbelasting en de maatstaf van heffing voor free bets in de online kansspelindustrie

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 juli 2025, wordt de zaak behandeld tussen [bedrijf] B.V. als eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst als verweerder. De eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van kansspelbelasting voor de perioden van 1 juni 2022 tot en met 31 december 2022 en 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. De inspecteur heeft de bezwaren afgewezen, waarna eiseres beroep heeft ingesteld. De rechtbank behandelt de vraag of de nominale waarde van free bets als ontvangen inzetten moet worden aangemerkt voor de berekening van de kansspelbelasting. De rechtbank oordeelt dat de nominale waarde van een free bet als ontvangen inzet moet worden aangemerkt, en dat de brutoprijs niet in aftrek kan worden gebracht. De rechtbank wijst de stellingen van eiseres over schending van het gelijkheidsbeginsel en het eigendomsrecht af. De rechtbank concludeert dat de heffingsgrondslag het bruto spelresultaat is, en dat de bedragen die aan de host van een common pool worden afgedragen niet als ter beschikking gestelde prijzen kunnen worden aangemerkt. De beroepen worden ongegrond verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 24/4188, SGR 24/6032 tot en met SGR 24/6037 en SGR 24/6041 tot en met SGR 24/6051

uitspraak van de meervoudige kamer van 1 juli 2025 in de zaken tussen

[bedrijf] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: T.J. Kok),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte van kansspelbelasting voor tijdvakken in de perioden van 1 juni 2022 tot en met 31 december 2022 en 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 21 maart 2024 en 28 maart 2024 de bezwaren van eiseres afgewezen.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 mei 2025. Namens eiseres zijn de gemachtigde, [naam 1] en [naam 2] verschenen. Namens verweerder zijn
[naam 3] , [naam 4] en [naam 5] verschenen.

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres houdt een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de Wet op de kansspelen (Wok). De vergunning geldt voor online weddenschappen op sportwedstrijden en paardenrennen/harddraverijen. Eiseres biedt de weddenschappen aan via haar websites.
2. Een speler die een online weddenschap bij eiseres wil plaatsen, moet eerst een speelrekening openen. Het speeltegoed op de speelrekening kan de speler vervolgens inzetten op de verschillende weddenschappen die eiseres aanbiedt. Een speler kan het speeltegoed op de speelrekening te allen tijde terugboeken naar zijn bankrekening. Het speeltegoed op de speelrekening kan ook nooit vervallen.
3. Voor promotionele doeleinden verstrekt eiseres zogenoemde free bets met een nominale waarde. Hiermee kan een speler gratis wedden ter hoogte van de nominale waarde. De free bets worden bijvoorbeeld verstrekt aan spelers die voor het eerst een speelrekening openen of aan spelers wanner zij een geldbedrag overboeken naar de speelrekening. Zo’n free bet (ook wel aangeduid als bonus) wordt door eiseres op de bonusrekening van de speler gezet. Een speler kan de nominale waarde van de free bet niet laten uitkeren. Hij kan deze alleen inzetten op weddenschappen. Ook kan de free bet een beperkte geldigheidsduur hebben en kunnen er voorwaarden worden gesteld aan de free bets. Als een speler (een deel van) de nominale waarde van de free bet inzet en wint, dan krijgt hij de nettowinst uitgekeerd. Dat wil zeggen dat de inzet niet wordt uitgekeerd.
4. Eiseres biedt ook weddenschappen op paardenraces aan volgens het zogeheten totalisatorprincipe. Eiseres beschikt hiervoor over een vergunning tot het organiseren van een totalisator als bedoeld in artikel 23 van de Wok. Bij een totalisator wordt de prijzenpot gevuld met de inzetten van de spelers, verminderd met een commissie voor eiseres. De prijzenpot wordt verdeeld onder de speler(s) die op het winnende paard hebben gewed.
5. Eiseres biedt weddenschappen op basis van het totalisator principe aan in zgn.
local poolsen in zgn.
common pools. Weddenschappen op buitenlandse paardenraces worden altijd in common pools aangeboden. Een common pool is een pool waarin de weddenschappen op paardenrennen en harddraverijen van ten minste twee totalisators worden samengevoegd ten behoeve van het voor uitkering beschikbare bedrag. Common pools hebben een host, de aanbiedende partij van de common pool. Bij weddenschappen op buitenlandse paardenraces is de buitenlandse aanbieder de host van de common pool. Eiseres dient de inzetten van de spelers minus haar commissie af te dragen aan de host (de buitenlandse aanbieder) ten behoeve van de prijzenpot. Dat gebeurt op digitale wijze. Alle aanbieders en de host hebben een eigen rekening (niet zijnde een bankrekening). De inzetten van de spelers minus de commissie van eiseres gaat van haar rekening naar de rekening van de host. Zodra de uitslag van de race bekend is, vindt een verrekening plaats tussen eiseres en de host. Dat gebeurt in de zogeheten money room. Eiseres ontvangt dan van de host het bedrag aan prijzengeld dat zij dient uit te keren aan de Nederlandse winnaars. Dat bedrag kan hoger of lager zijn dan het bedrag dat eiseres voorafgaand aan de race heeft afgedragen aan de host ten behoeve van de prijzenpot. Als er geen Nederlandse winnaars zijn, dan gaat het hele bedrag aan inzetten dat eiseres heeft afgedragen aan de host naar de buitenlandse winnaars.
6. Eiseres is op grond van artikel 1, letters d en f, van de Wet op de kansspelbelasting (Wet KSB) belastingplichtig voor de kansspelbelasting. Zij heeft daarom voor tijdvakken in de perioden van 1 juni 2022 tot en met 31 december 2022 en 1 januari 2023 tot en met
31 december 2023 op aangifte kansspelbelasting voldaan. Bij de berekening van de verschuldigde kansspelbelasting heeft eiseres de nominale waarde van de geplaatste free bets meegenomen in het bruto spelresultaat.
Geschil
7. In geschil is de wijze waarop de in artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB bedoelde maatstaf van heffing van de kansspelbelasting (het zogenoemde ‘bruto spelresultaat’) dient te worden berekend. Meer in het bijzonder is in geschil of de geplaatste free bets als ontvangen inzetten moeten worden aangemerkt en of de bedragen die eiseres afdraagt aan de host van een common pool als ter beschikking gestelde prijzen kunnen worden aangemerkt.
8. Eiseres stelt ten aanzien van geplaatste free bets dat deze niet als ontvangen inzetten in de zin van artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB kunnen worden aangemerkt. Indien geplaatste free bets wel moeten worden aangemerkt als ontvangen inzetten in de zin van voormeld artikel, dan stelt eiseres dat de waarde van die inzetten nihil is. Meer subsidiair stelt eiseres dat sprake is van een schending van het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel. Nog meer subsidiair stelt eiseres dat er sprake is van een schending van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Als de rechtbank oordeelt dat de nominale waarde van een free bet als ontvangen inzet moet worden aangemerkt, dan stelt eiseres voorts dat de brutoprijs (het bedrag van de inzet en de winst) in aftrek moet kunnen worden gebracht in plaats van de nettoprijs (de winst).
Voorts stelt eiseres ten aanzien van de weddenschappen die via een common pool worden gespeeld dat het bedrag dat zij afdraagt aan de host van een common pool ten behoeve van de prijzenpot als ter beschikking gestelde prijs in de zin van artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB moet worden aangemerkt.
Eiseres verzoekt voor alle in geschil zijnde tijdvakken om een teruggaaf van kansspelbelasting, te vermeerderen met rente.
9. Verweerder heeft de stellingen van eiseres gemotiveerd weersproken.
Beoordeling van het geschil
Behoren free bets tot de ontvangen inzetten?
10. Artikel 3, eerste lid, aanhef en letter a, van de Wet KSB luidt:
“De belasting wordt geheven:
in de gevallen waarin artikel 1, onderdeel a, b, c, d, e of f, van toepassing is, naar het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen en naar hetgeen in een tijdvak anders dan als inzet ontvangen is voor het geven van gelegenheid tot deelneming aan kansspelen”
11. Het begrip ‘inzet’ is in de Wet KSB niet gedefinieerd. Naar het oordeel van de rechtbank dient onder ‘inzet’ als bedoeld in artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB te worden verstaan: dat wat aan het risico van het spel wordt blootgesteld. Daartoe behoort ook de nominale waarde van een geplaatste free bet. De rechtbank vindt daarvoor steun in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand. Daarin wordt onder meer opgemerkt:
“De grondslag van de kansspel heffing is op dit moment – kort gezegd – de nominale waarde van de verkochte deelnamebewijzen voor loterijen en de aantallen speeltafels, daaraan gekoppelde spelersterminals en spelersplaatsen van speelauto maten voor speelautomaten (hallen) en speelcasino’s. Deze grondslagen zijn gebaseerd op de praktijk van de landgebonden kansspelen en zijn niet bruikbaar voor de kansspelen die op afstand worden georganiseerd. Om die reden wordt voorgesteld als grondslag voor de kansspelen op afstand aan te houden het zogeheten bruto
spelresultaat. In het eerste subonderdeel van artikel 33e, tweede lid, is dit omschreven als het verschil tussen de ontvangen inzetten en de uitgekeerde prijzen. Tot de inzetten worden hierbij ook gerekend de speeltegoeden die de vergunninghouder de speler gratis ter beschikking stelt om mee te kunnen spelen (bonussen).” [1]
12. In diezelfde memorie van toelichting wordt voorts opgemerkt:
“Artikel 3 van de Wet KSB bepaalt de belastinggrondslag voor de verschillende categorieën kansspelen. (…) Bij legale kansspelen op afstand wordt de belastinggrondslag het verschil tussen de in een tijdvak (kalendermaand) ontvangen inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen, oftewel het bruto spelresultaat (…). Bij kansspelen op afstand worden door de aanbieder soms bonussen verstrekt, bijvoorbeeld om [een] speler ertoe te bewegen een bedrag (speeltegoed) van de betaalrekening van de speler te storten naar de spelersrekening bij de aanbieder. Als de aanbieder een bonus geeft van € 25 bij het storten van de € 50, bedraagt het speeltegoed € 75. Als de speler deze € 75 inzet en daarmee € 60 aan prijzen wint, bedraagt het bruto spelresultaat € 15. Dit bedrag wordt gevormd door de inzetten van de € 75 te verminderen met de prijzen van € 60.” [2]
13. Ook wordt daarin opgemerkt:
“Het verstrekken van bonussen is een belangrijke vorm van marketing van kansspelen op afstand. Bonussen zijn onmisbaar voor een attractief legaal aanbod van kansspelen op afstand. Zij worden door (vrijwel) alle huidige aanbieders verstrekt en vormen een belangrijk instrument in de
concurrentie tussen vergunninghouders en illegale aanbieders om spelers te geleiden naar het vergunde en dus verantwoorde, betrouwbare en controleerbare aanbod. Bonussen mogen echter niet op het individuele speelgedrag van de speler worden afgestemd. Hiermee wordt voorkomen
dat spelers op kwetsbare momenten, bijvoorbeeld net na verlies van geld, persoonlijk worden verleid om toch door te spelen. Bonussen zullen voor de aanbieder niet fiscaal aftrekbaar zijn en tellen daarom mee in de omvang van het bruto spelresultaat waarover belasting geheven wordt. Hiermee wordt voorkomen dat een prikkel wordt gecreëerd voor vergunninghouders om onbeperkt bonussen te verstrekken.” [3]
14. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat deze passages uit de memorie van toelichting niet relevant zijn. Het enkele feit dat de aangehaalde passages niet zien op de introductie van het begrip bruto spelresultaat, aangezien dit begrip al is vermeld in kamerstukken uit 1978/1979 [4] maakt niet dat de uitleg van dat begrip in de aangehaalde passages niet relevant is. Voorts blijkt nergens uit dat, naar eiseres stelt, de wetgever in de voormelde passages enkel doelt op cash bonussen. De nominale waarde van een free bet behoort daarom, zodra deze wordt ingezet op een bepaald gokspel, eveneens tot de ontvangen inzet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB.
15. Hetgeen eiseres in dit kader verder heeft aangevoerd, leidt de rechtbank niet tot een ander oordeel.
16. Eiseres verwijst naar de volgende passage in de memorie van toelichting bij de Wet tot invoering van een afzonderlijke regeling voor de heffing van kansspelbelasting met betrekking tot casinospelen:
“In het vorenstaande is vermeld dat, voor zover er sprake is van spelen tegen het casino,
als maatstaf van heffing wordt aangewezen het behaalde brutospelresultaat. Dit is
een internationaal bekend begrip waarmede, zoals gezegd, wordt bedoeld de brutowinst
die de casino-organisator uit het roulettespel geniet, te weten het verschil tussen de
inzetten van en de uitkeringen aan de spelers.” [5]
Uit het enkele feit dat de wetgever in deze passage het bruto spelresultaat definieert als brutowinst kan, anders dan eiseres stelt, niet worden afgeleid dat alleen cash inzetten tot het bruto spelresultaat behoren.
17. Eiseres stelt dat bij aanbieders die tijdelijk geen vergunning hebben, wordt aangesloten bij het genieten van opbrengst. Daaruit kan volgens haar worden afgeleid dat een ontvangen inzet moet bestaan uit een daadwerkelijk van de speler ontvangen bedrag. Eiseres doelt hier op artikel 1, letter d, van de Wet KSB. Dit artikel heeft betrekking op de belastingplicht en niet op de heffingsmaatstaf. Daaruit kan dan ook niet worden afgeleid dat een ontvangen inzet altijd moet bestaan uit een van de speler ontvangen bedrag.
18. Eiseres verwijst voorts naar artikel 1.1 van het Besluit kansspelen op afstand (het Besluit). Zij stelt dat daarin is bepaald dat het speeltegoed op de speelrekening moet staan, dat het speeltegoed op de speelrekening te allen tijde aan de speler moet kunnen worden uitgekeerd en dat het speeltegoed niet mag vervallen. Free bets zijn daarom geen speeltegoed, aldus eiseres. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Uit het enkele feit dat in artikel 1.1 van het Besluit het begrip ‘speelrekening’ wordt gedefinieerd als een op naam van een speler aangehouden rekening met het speeltegoed van die speler, kan niet worden afgeleid dat het speeltegoed van een speler alleen op de speelrekening mag staan. Naast het speeltegoed op de speelrekening kan een speler ook speeltegoed hebben op de bonusrekening. Uit artikel 1.1 van het Besluit kan dan ook niet worden afgeleid dat, naar eiseres stelt, free bets geen speeltegoed zijn omdat ze niet op de speelrekening staan.
19. Ook de stelling van eiseres dat uit artikel 1.1 van het Besluit in samenhang met artikel 4.25 van het Besluit volgt dat een speler moet inzetten vanaf de speelrekening en dat de inzet moet bestaan uit een wettig betaalinstrument, is niet juist. In de desbetreffende artikelen wordt enkel gedefinieerd wat een betalingstransactie is en welke betaalinstrumenten voor een betalingstransactie kunnen worden gebruikt. Uit deze artikelen kan niet worden afgeleid wat moet worden verstaan onder ‘ontvangen inzet’ als bedoeld in artikel 3, eerste lid, letter a van de Wet KSB.
20. Eiseres stelt dat een free bet geen betalingstransactie is en daarom niet hoeft te worden geregistreerd op grond van artikel 4.32 van het Besluit. Nog daargelaten dat daaruit niet volgt dat een free bet geen inzet is, is deze stelling ook niet juist. In artikel 4.32 van het Besluit is bepaald:
“De vergunninghouder registreert de betalingstransacties tussen hem en de speler en de door kansspelen waaraan die speler heeft deelgenomen op zodanige wijze dat:
a. het verloop van ieder spel kan worden gereconstrueerd;
(…)”
Als een speler wint bij de inzet van een free bet, dan keert eiseres aan deze speler de nettowinst uit. Uit een free bet kan dus evengoed een betalingstransactie volgen. Een betalingstransactie is immers niet alleen een betaling van de speler aan de vergunninghouder, maar ook andersom. Ook een free bet moet daarom worden geregistreerd. Zonder een registratie van de free bets kan het verloop van een spel niet worden gereconstrueerd.
21. Eiseres verwijst voorts naar de volgende passage uit de memorie van toelichting op het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand:
“Door het bruto spelresultaat als belastinggrondslag te nemen, wordt relatief veel kansspelbelasting geheven bij kansspelen met een hoge marge voor de aanbieder en relatief weinig kansspelbelasting bij kansspelen met een kleine marge voor de aanbieder.”
Eiseres stelt dat het bruto spelresultaat tot doel heeft om meer kansspelbelasting te heffen bij aanbieders met een hoge marge. Volgens eiseres past het niet binnen dit doel om free bets als een ontvangen inzet te beschouwen. Free bets leiden immers niet tot een hogere marge. Ook deze stelling faalt. Uit de even vermelde passage kan enkel worden afgeleid dat de marge bij het ene kansspel hoger is dan bij het andere kansspel. Is de marge hoger dan wordt er meer kansspelbelasting geheven. Er staat niet dat dit het doel is van het aansluiten bij het bruto spelresultaat. Uit deze passage kan dan ook niet worden afgeleid dat, zoals eiseres stelt, het in strijd is met het doel van het bruto spelresultaat om free bets tot de ontvangen inzetten te rekenen.
De waarde van de free bets
22. Eiseres stelt subsidiair dat de waarde van de free bets nihil is. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Dat een free bet eiseres alleen maar geld kost, betekent niet dat de free bet geen waarde heeft. De waarde van een free bet is de nominale waarde waarvoor de speler deze kan inzetten. Dat is een objectief gegeven en daarvan moet worden uitgegaan.
23. Eiseres heeft in dit verband een beroep gedaan op de Speelautomatenregeling 2000. Daarin is bepaald dat de inzet per spel gelijk is aan de waarde waarmee de kredietmeter wordt verminderd en, indien er geen kredietmeter is, de inworp die nodig is om het spel te kunnen spelen. Volgens eiseres kan hieruit worden afgeleid dat het tegoed op een speelrekening (de kredietmeter bij kansspelen op afstand) gelijk is aan de inworp die een speler heeft gedaan. Bij een free bet is de inworp nihil.
24. Nog daargelaten dat de Speelautomatenregeling 2000 niet op eiseres van toepassing is, heeft verweerder de stelling van eiseres ter zitting gemotiveerd weersproken. Verweerder heeft gesteld dat de tellerstanden bij speelautomaten niet alleen worden bepaald door inworp en uitkering. Ook gratis spellen op de speelautomaat tellen mee in de tellerstand en dus voor het bruto speelresultaat. Het beroep is in zoverre ongegrond.
Is sprake van een schending van het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel?
25. Meer subsidiair stelt eiseres dat het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel is geschonden. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst eiseres naar artikel 1, letter d, van de Wet KSB waarin staat dat ook als belastingplichtige wordt aangemerkt degene die opbrengst geniet van het tijdelijk zonder een vergunning als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de Wet op de kansspelen aangeboden kansspelen op afstand. De ‘opbrengstgenieter’ is dus pas kansspelbelasting verschuldigd als hij daadwerkelijk opbrengst geniet. Volgens eiseres is daarmee sprake van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Deze stelling faalt. Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft opgemerkt, heeft artikel 1, letter d, van de Wet KSB betrekking op de vraag wie belastingplichtig is. Dat staat los van de heffingsmaatstaf. De heffingsmaatstaf is niet anders voor de ‘opbrengstgenieter’. Van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen is dan ook geen sprake. Ook de ‘opbrengstgenieter’ betaalt kansspelbelasting over geplaatste free bets. Hierbij merkt de rechtbank op dat in de praktijk de situatie dat iemand die tijdelijk zonder vergunning kansspelen op afstand aanbiedt, niet als belastingplichtige kan worden aangemerkt om de enkele reden dat bij die aanbieder enkel free bets worden geplaatst, zich niet voordoet.
Is sprake van een inbreuk op het eigendomsrecht?
26. Uiterst subsidiair stelt eiseres dat de heffing kansspelbelasting over free bets een inbreuk is op het eigendomsrecht. Volgens vaste rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is belastingheffing te beschouwen als regulering van eigendom in de zin van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (1 EP). Volgens artikel 1 EP dient elke inbreuk op het ongestoorde genot van eigendom in overeenstemming te zijn met het nationale recht. In artikel 1 EP ligt tevens besloten dat de inbreuk een legitiem doel in het algemeen belang dient na te streven. Een inbreuk op het recht op ongestoord genot van eigendom is verder slechts toegestaan indien de gebruikte middelen evenredig zijn aan het doel dat wordt nagestreefd. Dit vereist het bestaan van een redelijke verhouding ('fair balance') tussen voormeld algemeen belang en de bescherming van individuele rechten. Van een dergelijke redelijke verhouding is geen sprake indien de betrokken persoon wordt getroffen door een individuele en buitensporige last. Waar het gaat om de beoordeling van wat in het algemeen belang is en de keus van de middelen om dit belang te dienen, komt de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid toe. [6]
27. De rechtbank is van oordeel dat van een schending van artikel 1 EP geen sprake is. Dat er over free bets kansspelbelasting verschuldigd is, is voorzienbaar. In de memorie van toelichting heeft de wetgever immers al opgemerkt dat bonussen, waaronder free bets, tot het bruto spelresultaat behoren. Nergens in de memorie van toelichting wordt gesproken over cash bonussen. Dat een free bet tot de inzet behoort, dient voorts een algemeen belang. Hiermee wordt namelijk voorkomen dat een prikkel wordt gecreëerd voor vergunninghouders om onbeperkt bonussen te verstrekken. [7] Dat free bets niet in mindering kunnen worden gebracht op het bruto spelresultaat is ook evenredig aan het daarmee te dienen doel, te weten dat er niet teveel free bets worden weggegeven.
28. In het verlengde van het voorgaande stelt eiseres dat sprake is van een individuele en buitensporige last in de zin van het eigendomsrecht. Daarvan kan volgens de Hoge Raad sprake zijn indien bijzondere, niet voor alle exploitanten van kansspelautomaten geldende, feiten en omstandigheden een buitensporige last voor eiseres teweegbrengen. [8] Op eiseres rust derhalve de last om aannemelijk te maken dat zij in verhouding tot haar branchegenoten onevenredig zwaar door de wettelijke maatregel is getroffen en wel op een zodanige wijze, dat die te kenschetsen is als een individuele en buitensporige last. Daarin is zij niet geslaagd. Eiseres heeft enkel gesteld dat ‘opbrengstgenieters’ anders worden behandeld. Nog daargelaten dat van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen geen sprake is, is deze stelling onvoldoende om aannemelijk te maken dat eiseres wordt getroffen door een individuele en buitensporige last.
Mag bij een free bet de brutoprijs in aanmerking worden genomen?
29. Gelet op wat hiervoor is overwogen, moet de nominale waarde van een geplaatste free bet als ontvangen inzet in de zin van artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB worden aangemerkt. Eiseres stelt zich op het standpunt dat in dat geval de bruto prijs in aftrek moet kunnen worden gebracht. Dit standpunt vindt geen steun in de wet. De tekst van artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB is duidelijk. Alleen ter beschikking gestelde prijzen kunnen in aanmerking worden genomen voor de berekening van het bruto spelresultaat. Aangezien bij een geplaatste free bet aan de speler alleen een nettoprijs wordt uitgekeerd, kan ook alleen die nettoprijs in aanmerking worden genomen bij de berekening van het bruto spelresultaat. Eiseres voert in dit kader aan dat als de nettoprijs de aftrekbare prijs bedraagt, de speler geen winstkans heeft maar alleen de kans om te verliezen. Deze stelling snijdt geen hout. De free bet kost de speler immers niets en kan hem alleen wat opleveren. Dat de speler na het inzetten van de free bet de nominale waarde van die free bet kwijt is, betekent niet dat de speler is verarmd.
De afdracht aan de host bij een common pool
30. Bij een common pool dient eiseres de door haar ontvangen inzetten van de spelers, behoudens haar commissie, af te dragen aan de host van de common pool. Dat bedrag maakt dan deel uit van de prijzenpot (het geldbedrag dat in de common pool is verzameld). Eiseres stelt dat het bedrag dat zij aan de host afdraagt daarom als ter beschikking gestelde prijs in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het bruto spelresultaat.
31. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Wat eiseres afdraagt aan de host van de common pool is geen ter beschikking gestelde prijs in de zin van artikel 3, eerste lid, letter a, van de Wet KSB. Dat dat bedrag later wordt uitgekeerd als prijzengeld maakt dat niet anders. Dat maakt niet dat het reeds op het moment van de afdracht aan de host als ter beschikking gestelde prijs kan worden aangemerkt.
De rechtbank benadrukt dat ook hier de heffingsgrondslag het bruto spelresultaat is, dat wil zeggen de som van de inleg in een periode minus de som van door eiseres aan haar inleggers en als gevolg van die inleg, betaalde prijzen. Het gaat dus niet om de bedrijfsmatige winst van eiseres. De door eiseres in het kader van afspraken met andere organisatoren van kansspelen afgedragen gelden, die als prijzen worden uitgekeerd aan degenen, die weddenschappen hebben afgesloten bij andere aanbieders van kansspelen dan eiseres, kunnen niet op de som van de inzetten in mindering worden gebracht.
Slotsom
32. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
33. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Arts, voorzitter, en mr. E. Kouwenhoven en
mr. A.J. van Doesum, leden, in aanwezigheid van mr. W.M.M.A. van der Vegt, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (team belastingrecht).
Dat kan digitaal via www.rechtspraak.nl, daar klikt u op “Formulieren en inloggen”. Hoger beroep instellen kan ook door verzending van een brief aan het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Bij het instellen van het hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het hogerberoepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het hogerberoepschrift is, indien het op papier wordt ingediend, ondertekend.
Verder vermeldt u ten minste het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de datum van verzending;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak (de gronden van het hoger beroep).

Voetnoten

1.Kamerstukken II 2013–2014, 33 996, nr. 3, p. 117-118.
2.Kamerstukken II 2013-2014, 33996, nr. 3, p. 151-152.
3.Kamerstukken II 2013-2014, 33996, nr. 3, p. 29.
4.Kamerstukken II, 1978-1979, 15358 nr. 3.
5.Kamerstukken II 1978-1979, 15358 nr. 3.
6.Vgl. HR 3 april 2009, ECLI:NL:HR:2009: BC2816.
7.Kamerstukken II 2013-2014, 33996, nr. 3. 29.
8.HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:442.