In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen FlorXL B.V. en HPP c.s. over de kosten van laboratoria voor opgekweekte planten. FlorXL, een kwekerij die zich bezighoudt met de teelt van planten, had een overeenkomst gesloten met HPP voor de overname van plantmateriaal en kwekersrechten. De overeengekomen prijs was € 47.500, maar na de overeenkomst bleek dat er al opgekweekte plantjes bij de laboratoria aanwezig waren, waarvoor HPP kosten moest betalen. FlorXL heeft deze kosten van in totaal € 64.300 voldaan, maar HPP weigerde te betalen, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank oordeelde dat HPP als eigenaar van het plantmateriaal ook verantwoordelijk was voor de kosten van de laboratoria. HPP had zich beroepen op non-conformiteit, omdat zij dacht dat er alleen moederplanten aanwezig waren en geen opgekweekte plantjes. De rechtbank oordeelde echter dat HPP niet kon aantonen dat zij niet op de hoogte was van de opgekweekte plantjes en dat de overeenkomst ook deze plantjes omvatte. De rechtbank wees de vordering van FlorXL toe en veroordeelde HPP c.s. tot betaling van de kosten, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank benadrukte dat de keuze van HPP om de plantjes te vernietigen de oorzaak was van de schade, en dat HPP niet kon terugkomen op de overeenkomst.