ECLI:NL:RBDHA:2025:12960

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
NL:TZ:2500588:R-RK en NL:TZ:2500589:R-RK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in een schuldensituatie

In deze zaak heeft mevrouw [verzoekster] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeisers, Global Guarantee OU en PayPal Europe, S.a.r.l. et Cie. Mevrouw [verzoekster] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 31.526,79. Ondanks haar inspanningen om een saneringsakkoord aan te bieden, hebben niet alle schuldeisers ingestemd. De rechtbank heeft op 17 juli 2025 besloten om het verzoek van mevrouw [verzoekster] toe te wijzen, waarbij werd vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct was uitgevoerd door de Kredietbank Nederland. De rechtbank oordeelde dat het onredelijk was dat PayPal weigerde in te stemmen met het aangeboden akkoord, gezien de omstandigheden van mevrouw [verzoekster] en het feit dat de meerderheid van de schuldeisers al had ingestemd met het voorstel. Het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) werd afgewezen, omdat het opleggen van het dwangakkoord voldoende was.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummer: NL:TZ:2500588:R-RK
vonnis van 17 juli 2025
in de zaak van
[verzoekster],
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
verzoeker,
hierna: mevrouw [verzoekster] ,
tegen

1.Global Guarantee OU,

gevestigd te Talinn (Estland),
gemachtigde: DebtCo B.V.,
hierna: Global Guarantee,

2.PayPal Europe, S.a.r.l. et Cie,

gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
hierna: PayPal,
verweersters.
Waar deze zaak over gaat
Mevrouw [verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Zij heeft een voorstel gedaan aan haar schuldeisers, waarbij een deel van de vordering wordt voldaan en het resterende deel door de schuldeiser wordt kwijtgescholden. Omdat niet alle schuldeisers met dit voorstel hebben ingestemd, heeft mevrouw [verzoekster] de rechtbank verzocht het aangeboden akkoord dwingend op te leggen. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De feiten waar de rechtbank van uit gaat

1.1.
Mevrouw [verzoekster] heeft de afgelopen jaren een schuldenlast opgebouwd van
€ 31.526,79 aan zes schuldeisers. Het is mevrouw [verzoekster] niet gelukt om zelf een oplossing te vinden voor deze schulden. Met behulp van de Kredietbank Nederland heeft zij voor het laatst op 5 augustus 2024 een schuldregeling aangeboden (saneringsakkoord). Dit voorstel houdt in dat aan de schuldeisers met een recht van voorrang een uitkering ineens wordt aangeboden van 2,99% en aan de gewone schuldeisers een uitkering ineens van 1,50%, tegen kwijtschelding van het restant van hun vorderingen.
1.2.
Global Guarantee is aanvankelijk niet akkoord gegaan met dit voorstel. Mevrouw [verzoekster] heeft een schuld aan Global Guarantee van € 642,42, dat is 2,04% van de totale schuldenlast.
1.3.
PayPal is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. Mevrouw [verzoekster] heeft een schuld aan PayPal van € 165,16, dat is 0,52% van de totale schuldenlast.
1.4.
De overige vier schuldeisers hebben het aanbod aanvaard.
1.5.
Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft mevrouw [verzoekster] bij de rechtbank twee verzoeken ingediend. In de eerste plaats wil zij dat de rechtbank Global Guarantee en PayPal dwingt mee te werken aan de schuldregeling (een dwangakkoord oplegt). Wanneer de rechtbank dit verzoek afwijst, wil zij worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
1.6.
Op 26 juni 2025 heeft Global Guarantee de rechtbank laten weten ten aanzien van mevrouw [verzoekster] “geen open dossiers” te hebben. Het onderhavige verzoek wordt daarom als ingetrokken beschouwd voor zover het betrekking heeft op Global Guarantee.

2.De procedure

2.1.
De verzoeken van mevrouw [verzoekster] zijn behandeld op de zitting van 10 juli 2025. Op deze zitting verschenen:
- mevrouw [verzoekster] , vergezeld door [naam 1] , partner,
- [naam 2] , beschermingsbewindvoerder namens Sova Bewind, en
- [naam 3] namens de Kredietbank Nederland.
2.2.
PayPal is opgeroepen, maar niet op de zitting verschenen.

3.Standpunten van partijen

3.1.
Mevrouw [verzoekster] stelt dat het onredelijk is dat PayPal het aanbod niet aanvaardt. Volgens haar heeft zij al het mogelijke gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden en kan zij niet meer aanbieden dan zij heeft gedaan.
3.2.
PayPal heeft haar standpunt niet kenbaar gemaakt aan de rechtbank.

4.De beoordeling van de verzoeken

4.1.
De rechtbank zal het verzoek van mevrouw [verzoekster] om een dwangakkoord op te leggen toewijzen. Hieronder wordt dit oordeel toegelicht.
Het beoordelingskader van een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord
4.2.
Een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord kan worden toegewezen als aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de rechtbank vaststellen dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door een daartoe bevoegde instantie. Ten tweede moet de rechtbank aan de hand van een belangenafweging vaststellen dat het onredelijk is dat PayPal weigert in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.
De schuldbemiddeling moet zijn uitgevoerd door een bevoegde instantie
4.3.
De rechtbank stelt vast dat de schuldbemiddeling is uitgevoerd door de Kredietbank Nederland. Dat betekent dat wordt voldaan aan de door wet gestelde voorwaarde, namelijk dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij. Het voorstel is naar het oordeel van de rechtbank bovendien goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank moet een belangenafweging maken
4.4.
Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser vrijstaat om te verlangen dat zijn vordering volledig wordt betaald. Tegelijkertijd is het belangrijk dat mensen met problematische schulden zicht hebben op een schuldenvrije toekomst. De wetgever biedt daar verschillende regelingen voor, waarbij mensen met schulden zich maximaal moeten inspannen om zo veel mogelijk af te lossen en daarna schuldenvrij verder kunnen. Schuldeisers moeten dan vaak wel afstand doen (van een (groot) deel) van hun vordering. Daarom kunnen schuldeisers alleen onder bijzondere omstandigheden gedwongen worden om in te stemmen met een aangeboden schuldregeling.
4.5.
De rechtbank kan een zogenaamd ‘dwangakkoord’ opleggen wanneer de weigering van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden onredelijk is. Om te kunnen beoordelen of dat het geval is, moet de rechtbank de belangen van alle betrokkenen afwegen: van de verzoeker zelf, van de weigerende schuldeiser(s) en van de schuldeisers die wél hebben ingestemd. Op basis van die belangenafweging is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat een dwangakkoord hier op zijn plaats is.
Mevrouw [verzoekster] heeft het maximaal haalbare voorstel gedaan
4.6.
In het voorliggende aanbod (saneringskrediet) is een vast percentage van de vordering aangenomen en daarbij is ervan uitgegaan dat de inkomsten van mevrouw [verzoekster] de komende periode niet zullen stijgen. De rechtbank kan dat uitgangspunt volgen. Mevrouw [verzoekster] kampt al langere tijd met lichamelijke klachten en is daardoor sinds 2009 niet meer werkzaam. Vanaf 2014 ontvangt zij een WIA-uitkering. Uit de stukken blijkt dat mevrouw [verzoekster] nagenoeg volledig arbeidsongeschikt is verklaard en dat herstel op korte termijn niet realistisch is. Het is dan ook niet aannemelijk dat op korte termijn de medische situatie van mevrouw [verzoekster] zodanig zal verbeteren dat zij haar verdiencapaciteit, en daarmee haar afloscapaciteit zal kunnen verbeteren. De rechtbank stelt daarom vast dat het voorstel dat mevrouw [verzoekster] aan haar schuldeisers heeft gedaan het maximaal haalbare is. Een beter voorstel is, gezien de gegeven feiten en omstandigheden, niet mogelijk.
Deze regeling is in het belang van de andere schuldeisers
4.7.
Bovendien heeft de meerderheid van de schuldeisers, die samen ruim 99,48% van de totale schuldenlast vertegenwoordigen, reeds ingestemd met de aangeboden schuldregeling. De belangen van deze schuldeisers wegen, vanwege de gezamenlijke omvang, zwaarder dan dat van PayPal. Daarbij geldt ook dat het aangeboden akkoord op korte termijn aan de schuldeisers wordt overgemaakt, zodat zij het dossier kunnen sluiten.
Het WSNP-verzoek is niet langer aan de orde
4.8.
Omdat het verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord zal worden toegewezen, heeft mevrouw [verzoekster] geen belang meer bij haar verzoek om te worden toegelaten tot de WSNP. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt PayPal Europe, S.a.r.l. et Cie in te stemmen met de onder 1.1 bedoelde schuldregeling;
- beschouwt het verzoek voor zover het betrekking heeft op Global Guarantee OU als ingetrokken;
- wijst het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling af.
Dit is een beslissing van mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met M.Y.P.M. Zeeman, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2025.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die in het ongelijk is gesteld gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.