ECLI:NL:RBDHA:2025:12828
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om een aansluitende zorgmachtiging op basis van onvoldoende medische verklaring
Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een aansluitende zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 13 mei 2025 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van een medische verklaring van psychiater R.C. Aalbers, die betrokkene telefonisch had gesproken. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juni 2025 werd duidelijk dat de psychiater betrokkene niet persoonlijk had onderzocht, wat in strijd is met de wettelijke vereisten voor een zorgmachtiging. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring niet voldeed aan de eisen, aangezien de psychiater niet in direct contact met betrokkene was geweest. De advocaat van betrokkene betwistte de diagnose en vroeg om afwijzing van het verzoek, of in ieder geval om aanhouding voor een nieuw medisch onderzoek. De rechtbank concludeerde dat de inspanningsverplichting van de psychiater niet was nageleefd, en wees het verzoek af. De beschikking werd gegeven door mr. S.J. Hoekstra-van Vliet, rechter, en uitgesproken ter openbare zitting.