ECLI:NL:RBDHA:2025:12805

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
C/09/685798 / FA RK 25-3920
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarigen naar Turkije

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2025 een beschikking gegeven inzake vervangende toestemming voor een vakantie naar Turkije. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. T. Ertekin, verzocht om toestemming om met haar minderjarige kinderen van 29 juni tot 20 juli 2025 naar Turkije te reizen. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.A. van den Heuvel, voerde verweer en stelde dat de vakantie te lang was en dat hij bezorgd was over het contact met de kinderen tijdens deze periode. De rechtbank heeft de belangen van beide ouders afgewogen en vastgesteld dat de kinderen in Nederland wonen, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. De rechtbank heeft een vergelijk tussen partijen beproefd en de moeder's behoefte aan vakantie erkend, maar ook het belang van de kinderen bij contact met de vader benadrukt. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de moeder vervangende toestemming krijgt voor een vakantie van drie weken, van 29 juni tot 20 juli 2025, met de voorwaarde dat zij de reisbescheiden tijdig aan de vader overlegt. De rechtbank heeft de overige verzoeken van de vader afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-3920
Zaaknummer: C/09/685798
Datum beschikking: 26 juni 2025

Vervangende toestemming vakantie

Beschikking op het op 26 mei 2025 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. T. Ertekin te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R.A. van den Heuvel te Rijswijk.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het F9-formulier van 18 juni 2025 van de moeder, met bijlagen;
  • het verweerschrift met zelfstandig verzoek van de vader, met bijlagen, ingekomen op 20 juni 2025.
Op 24 juni 2025 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat.

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt haar vervangende toestemming te verlenen voor het reizen met na te noemen minderjarigen naar [plaats 1] in Turkije op 29 juni 2025 tot en met 10 augustus 2025, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader voert verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken en verzoekt zelfstandig:
- te bepalen dat indien het verzoek van de moeder geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, de moeder uiterlijk een week voor vertrek de reisbescheiden (zijnde de vliegtickets voor de heenreis en de terugreis) aan de vader overlegt;
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Feiten

  • Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum] 2021 te [plaats 2] .
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2023 te [geboorteplaats] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2025 te [geboorteplaats] .
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag uit over de kinderen.
  • De vader is burger van de Bondsrepubliek Duitsland en de moeder heeft de Nederlandse nationaliteit.
  • De kinderen verblijven bij de moeder.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
De rechtbank heeft ter zitting een vergelijk tussen partijen beproefd.
Op grond van het eerste lid van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek kunnen in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag geschillen hierover op verzoek van de ouders of van een van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
De moeder stelt dat zij een zeer zware periode achter de rug heeft, met twee HG zwangerschappen en een partner die haar emotioneel mishandelde. Zij voelt zich inmiddels weer wat beter en heeft erg behoefte aan een vakantie voor een lange periode om de heftige gebeurtenissen tijdens het huwelijk te verwerken en een plaats te geven. De afgelopen drie jaar heeft de moeder geen vakantie gehad. De ouders van de moeder zullen ook mee gaan. De ouders van de moeder ondersteunen de moeder met de verzorging van de kinderen. Als de ouders van de moeder weg zijn en de moeder niet mee mag, staat de moeder er alleen voor. Een vakantie in een vertrouwde omgeving in het vakantiehuis van haar ouders om bij te komen zal de moeder en de kinderen goed doen. De psycholoog van de moeder heeft dit ook van harte aanbevolen. De moeder heeft de vader benaderd, maar hij heeft geen medewerking verleend. De moeder is bereid om contactmomenten (telefonisch en beeldbellen) te faciliteren en hij mag zelfs langskomen om de kinderen in de vakantie te zien. De moeder heeft de vliegtickets al geboekt.
De vader erkent het belang van vakanties voor de ontwikkeling van de kinderen. De vader vindt echter zes weken vakantie te lang. Als de moeder zelf behoefte heeft aan een lange vakantie, is de vader bereid om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Verder maakt de vader zich zorgen hoe de moeder hem weergeeft bij de kinderen. Er is niet in de stukken te lezen dat de psycholoog van de moeder achter de vakantie staat. In de verklaring van de huisarts staat alleen ‘Ontspanning c.q. stressvermindering is voor herstel van groot belang’. De kinderen zijn nog zeer jong. [de minderjarige 1] is ten tijde van de geplande vakantie nog geen twee jaar oud en [de minderjarige 2] maar vier maanden. Hechting met beide ouders is belangrijk voor de kinderen. Er moet daarom frequent en structureel contact tussen de kinderen en de vader zijn. Videobellen is niet voldoende en zeker niet met deze jonge kinderen. De vader begrijpt ook niet waarom hij – gelet op het ingediende persoonlijke verhaal van de moeder – welkom zou zijn in Turkije om de kinderen te zien. De vader heeft ook een voorlopige voorzieningen procedure ingediend en een zorgregeling verzocht. Hij wil niet dat er dan nu al zes weken geen contact is, omdat hij juist op korte termijn afspraken wil maken over de zorgregeling. Als alternatief stelt de vader voor dat de vakantie wordt verkort tot een periode van tien dagen.
De rechtbank overweegt als volgt. Zowel het belang van de moeder bij rust en vakantie als het belang van de vader bij contact met de kinderen is groot. Met de moeder is de rechtbank van oordeel dat een vakantie van belang is voor het herstel van de moeder en daarmee ook in het belang van de kinderen. De rechtbank begrijpt dat het voor de moeder prettig is om gebruik te kunnen blijven maken van de ondersteuning van haar ouders. De rechtbank is echter ook van oordeel dat het in het belang van de kinderen is dat de kinderen contact hebben met de vader. Om voor zes weken lang het fysieke contact tussen de vader en de kinderen – al is het fysieke contact momenteel tussen [de minderjarige 2] en de vader nog beperkt– te vervangen door videobellen, acht de rechtbank niet in het belang van de kinderen, ook gelet op de zeer jonge leeftijd van de kinderen. Het fysieke contact kan ook niet plaatsvinden in Turkije omdat de vader niet de mogelijkheid heeft om naar Turkije af te reizen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de moeder vervangende toestemming met de kinderen op vakantie mag gaan naar Turkije voor een periode van drie weken en wel van 29 juni 2025 tot 20 juli 2025. Bij deze beslissing kan de moeder alsnog voor een lange periode met de kinderen op vakantie en heeft zij alsnog ruime tijd op vakantie om te kunnen ontspannen, maar is de periode waarin de kinderen de vader niet kunnen zien beperkt. Op de zitting heeft de vader aangegeven dat hij in het onderwijs werkt, vanaf 19 juli 2025 zomervakantie heeft en vanaf dan dus ook beschikbaar is voor de verzorging van de kinderen. Daarom oordeelt de rechtbank dat de moeder de eerste helft van de door haar verzochte periode op vakantie kan gaan, zodat zij en de kinderen weer in Nederland zijn wanneer de vader meer ruimte heeft om de kinderen te zien.
Daarbij zal de rechtbank op verzoek van de vader bepalen dat de moeder vóór haar vertrek op zondag [datum] 2025 aan de vader een kopie van de reisbescheiden (vliegtickets voor de heenreis en de terugreis) doet toekomen.
De rechtbank zal aldus bepalen en het meer of anders verzochte afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
*
verleent toestemming aan de moeder, die de toestemming van de vader vervangt, voor het reizen met de minderjarigen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2023 te [geboorteplaats] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2025 te [geboorteplaats] ;
naar [plaats 1] in Turkije op 29 juni 2025 tot en met 20 juli 2025;
*
bepaalt dat de moeder vóór haar vertrek op zondag 29 juni 2025 aan de vader een kopie van de reisbescheiden (vliegtickets voor de heenreis en de terugreis) doet toekomen;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Emmens, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 juni 2025.