In deze zaak heeft eiseres op 2 juli 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 14 augustus 2023 afgewezen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 6 februari 2024 door de rechtbank gegrond werd verklaard, omdat de minister niet aan zijn vergewisplicht had voldaan. De rechtbank oordeelde dat het advies van MediFirst niet inzichtelijk en concludent was, en dat de minister onvoldoende rekening had gehouden met de medische en psychische klachten van eiseres. Op 6 januari 2025 heeft de minister opnieuw de aanvraag afgewezen, maar de rechtbank oordeelde dat ook dit besluit niet voldeed aan de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister wederom niet aan zijn vergewisplicht heeft voldaan, omdat het nieuwe advies van MediFirst niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.814,-.