In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een vrouw van Azerbeidzjaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 2 juli 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 14 augustus 2023 afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 24 januari 2024 behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet aan zijn vergewisplicht heeft voldaan, omdat het MediFirst-advies dat aan de afwijzing ten grondslag lag, niet inzichtelijk en concludent was. Eiseres had aangevoerd dat haar psychische toestand, waaronder PTSS en depressiviteit, niet adequaat was meegenomen in de beoordeling van haar asielaanvraag. De rechtbank stelt vast dat het MediFirst-advies niet duidelijk maakt welke onderzoeksactiviteiten zijn verricht en welke medische stukken zijn betrokken, waardoor de staatssecretaris niet kon concluderen dat eiseres in staat was om coherent en consistent te verklaren.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij hij rekening moet houden met de tekortkomingen in de eerdere beoordeling. Tevens veroordeelt de rechtbank de staatssecretaris in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1750,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming rondom asielaanvragen, vooral wanneer er sprake is van psychische klachten.