Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De inhoud van de vordering
3.De beoordeling van de vordering
20 november 2024 is veroordeeld voor het medeplegen van de transporten in de periode van 27 maart 2020 tot en met 29 mei 2020 . De betrokkenheid van de veroordeelde staat daarmee in de ontnemingszaak vast. De rechtbank is derhalve met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de veroordeelde ten aanzien van periode 1 (4 mei 2020 tot en met 29 mei 2020) wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
Het kader voor de berekening van het wederrechtelijk voordeel
Wederrechtelijk verkregen voordeel uit periode 2 en 3 (36e, tweede lid, Sr)
4.De vaststelling van de betalingsverplichting
5.Het toepasselijke wetsartikel
6.De beslissing
€ 37.062,50;
€ 33.356,25aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
667dagen.