In deze zaak gaat het om een verzet tegen een in kort geding gewezen verstekvonnis. De eiser in verzet, Athom Technology Co. Ltd., had in eerste instantie een advocaat, maar deze heeft zich onttrokken. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juni 2025 is Athom Tech niet verschenen, waardoor niet voldaan is aan de wettelijke vereisten voor vertegenwoordiging door een advocaat. De voorzieningenrechter heeft Athom NL ontslagen van instantie op grond van artikel 123 Rv, omdat Athom Tech niet aan de verplichting voldeed om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om Athom Tech een termijn te bieden om dit verzuim te herstellen, gezien de omstandigheden van de zaak en de eerdere communicatie van de rechtbank. De vorderingen van Athom NL zijn in het verstekvonnis grotendeels toegewezen, en Athom Tech is hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten van Athom NL vastgesteld op € 7.678,-, te betalen door Athom Tech binnen veertien dagen na aanschrijving. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.B.J. Hoefnagel op 8 juli 2025.