ECLI:NL:RBDHA:2025:1126
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan DBO Finance, omdat deze laatste niet akkoord ging met zijn schuldregeling. De heer [naam 1] heeft een schuldenlast van € 47.790,75 aan 21 schuldeisers, waarvan DBO de enige is die niet instemt met het voorstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] met hulp van de gemeente Den Haag een saneringsakkoord heeft aangeboden, waarbij een deel van de vorderingen wordt voldaan en het restant wordt kwijtgescholden. De rechtbank heeft de verzoeken van de heer [naam 1] behandeld op een zitting op 20 januari 2025, waarbij DBO niet aanwezig was maar wel schriftelijk haar standpunt had kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de voorwaarden voor het opleggen van een dwangakkoord. Het voorstel van de heer [naam 1] is goed gedocumenteerd en is uitgevoerd door een bevoegde instantie. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de weigering van DBO om in te stemmen met de schuldregeling onredelijk is. De meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met het voorstel, wat de rechtbank als een belangrijk argument heeft meegewogen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het voorstel het maximaal haalbare is, gezien de arbeidsongeschiktheid van de heer [naam 1].
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om het verzoek van de heer [naam 1] om een dwangakkoord op te leggen toe te wijzen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) af te wijzen. DBO Finance is verplicht om in te stemmen met de schuldregeling, en de rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken op 27 januari 2025.