ECLI:NL:RBDHA:2025:11254
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van artikel 8:12 Wvggz
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juni 2025 een beschikking gegeven over de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1963, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, die eerder op 16 september 2024 was afgegeven, omdat de huidige huisregels onvoldoende bescherming bieden tegen het gevaar dat de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, op zijn kamer rookt en daarmee brandgevaar veroorzaakt. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de huisregels afdoende zijn, maar de rechtbank oordeelde dat deze regels niet voldoende zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank stelde vast dat de betrokkene niet leerbaar is en dat er stelselmatige controles nodig zijn om de veiligheid van hemzelf, medebewoners en personeel te waarborgen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd, zodat behandelaren de bevoegdheid hebben om de kamer van de betrokkene te doorzoeken en hem preventief te fouilleren. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging evenredig en effectief is en heeft deze goedgekeurd voor de duur van de zorgmachtiging tot en met 16 september 2025.