Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
[minderjarige]
de Minister van Asiel en Migratie, de minister
Samenvatting
.De uitkomst van het onderzoek dient meegenomen te worden in de beoordeling. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
- alsnog - mee te wegen in de beoordeling. Dat namens de minister tijdens de zitting is verklaard dat wordt getwijfeld aan de inhoud van de kopie van het arrestatiebevel doet daar niet aan af. De gemachtigde van de minister op zitting kan niet worden aangemerkt als deskundige om het document op echtheid te beoordelen. Nu het arrestatiebevel, hoewel pas 14 dagen voor de zitting door eiseres aangeleverd, niet is meegewogen in de beoordeling, is er sprake van een motiveringsgebrek. Deze beroepsgrond slaagt dan ook.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 26 maart 2025;
- draagt de minister op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres.
N. Walstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtsrpaak.nl.