In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de stopzetting van zijn huur- en zorgtoeslag, en de voorschotbeschikking van zijn kindgebonden budget voor 2024. Eiser had zijn inkomen gewijzigd van € 18.739 naar € 100.000, wat leidde tot een gezamenlijk toetsingsinkomen van € 124.048 met zijn toeslagpartner. Verweerder heeft op basis hiervan de huur- en zorgtoeslag voor 2024 stopgezet, omdat de hoogte van die toeslagen al meerdere jaren € 0 was. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder op basis van de beschikbare informatie correct heeft gehandeld. Eiser heeft niet tijdig zijn inkomensgegevens aangepast en heeft geen recht op de toeslagen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat verweerder het bezwaar van eiser terecht ongegrond heeft verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.