Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 29 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eisers, vertegenwoordigd door mr. M.B. van den Toorn-Volkers, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in gebreke is gebleven, aangezien de aanvraag op 16 december 2023 was ingediend en de beslistermijn van 90 dagen op 15 juni 2024 was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. Eisers hebben tijdig beroep ingesteld op 6 november 2024, en de rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet dit besluit binnen twintig weken na de uitspraak bekend worden gemaakt. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eisers vastgesteld op € 453,50, omdat het beroep alleen betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bevat belangrijke overwegingen met betrekking tot de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar eerdere uitspraken en heeft geoordeeld dat er sprake is van een bijzonder geval, wat aanleiding gaf tot het opleggen van een langere beslistermijn.