Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De minister van Asiel en Migratie, als verweerder, had de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij minderjarig is en dat hij in Spanje geen deugdelijke opvang heeft gehad. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiser is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat dit in zijn geval niet geldt. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen asielaanvraag in Spanje heeft ingediend en dat hij geen relevante ervaringen heeft die zijn stelling onderbouwen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de door eiser overgelegde documenten niet voldoende zijn om zijn minderjarigheid aan te tonen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.