Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het op 2 augustus 2024 ingekomen verzoekschrift, met bijlagen 1 t/m 9;
- het verweerschrift van 12 november 2024;
- de brief van TKMS van 19 november 2024, waarbij TKMS haar verzoek deels heeft ingetrokken;
- de brief van de Griffier van 22 november 2024;
- de namens TKMS overgelegde pleitaantekeningen.
2.De feiten
uiterlijk 29 juli 2024 om 10.00 uurper e-mail (…) te berichten of er volgens u onderdelen van het vonnis uit oogpunt van vertrouwelijkheid niet kunnen worden gepubliceerd. De voorzieningenrechter zal uw reactie beoordelen en vervolgens beslissen in hoeverre aan [uw] verzoeken daaromtrent tegemoetgekomen zal worden. Ik wijs u erop dat hiermee terughoudend omgegaan zal worden, vanwege het zwaarwegende belang van openbaarheid.”
3.Het verzoek
4.De beoordeling
ontvankelijkheid
weigeringvan de Griffier om bepaalde rechtsoverwegingen uit het vonnis
niette publiceren.
voor partijengeen mogelijkheid van verzet bestaat tegen de beslissing van de griffier om te voldoen aan een verzoek om afschrift (inmiddels dus: publicatie). Het steeds moeten informeren van partijen als een verzoek om afschrift wordt gedaan, werd als een belangrijke verzwaring van de werkzaamheden van de griffies gezien. Volgens genoemde parlementaire geschiedenis moet de griffier bovendien voldoende in staat worden geacht te beoordelen of en zo ja in hoeverre een verzoek moet worden afgewezen met het oog op zwaarwegende belangen van anderen, zoals partijen.