Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De inhoud van de vordering
3.Procesafspraken
- de verdachte ziet af van het indienen van onderzoekswensen en trekt al ingediende (en eventueel toegewezen) onderzoekswensen uiterlijk ter terechtzitting en bij voorkeur al eerder schriftelijk in;
- de verdachte hoeft in het kader van de afspraken geen nadere verklaring af te leggen. Uiteraard staat hem vrij dit ter terechtzitting alsnog te doen;
- het Openbaar Ministerie zal ter terechtzitting in de ontnemingsprocedure rekwireren tot vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van € 17.000,00 en zal een betalingsverplichting vorderen van hetzelfde bedrag. In de executiefase van de betalingsverplichting zal dit bedrag door het CJIB worden verminderd met het conservatoire verhaalsbedrag, dat momenteel € 1.705,00 bedraagt;
- door de verdediging worden geen verweren gevoerd;
- de verdachte zal zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de opgelegde betalingsverplichting;
- door de verdediging en het Openbaar Ministerie wordt geen hoger beroep ingesteld indien de rechtbank komt tot een betalingsverplichting met betrekking tot de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, conform de tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken.
4.De grondslag voor ontneming
5.De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
6.De vaststelling van de betalingsverplichting
7.Het toepasselijke wetsartikel
8.De beslissing
€ 15.295,00(ZEGGE: VIJFTIENDUIZEND TWEEHONDERDVIJFENNEGENTIG EURO);
€ 15.295,00(ZEGGE: VIJFTIENDUIZEND TWEEHONDERDVIJFENNEGENTIG EURO)aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
305 dagen.