ECLI:NL:RBDHA:2024:9943
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van Wajong-uitkering na deskundigenonderzoek en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoekster en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv, waarin haar Wajong-uitkering ongewijzigd bleef. Na een eerdere vernietiging van dit besluit door de rechtbank, heeft het Uwv op 20 juli 2022 opnieuw het bezwaar ongegrond verklaard. De verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld, waarna een deskundigenonderzoek is uitgevoerd om de duurzaamheid van haar arbeidsvermogen te beoordelen.
Op 22 mei 2024 heeft het Uwv, naar aanleiding van het deskundigenonderzoek, een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen en het bezwaar van verzoekster gegrond verklaard. Dit leidde tot de intrekking van het beroep door verzoekster, die tevens verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen, omdat het Uwv aan verzoekster was tegemoetgekomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 2.187,50, maar heeft het verzoek om vergoeding van de eigen bijdrage voor rechtsbijstand afgewezen, aangezien het Besluit proceskosten bestuursrecht hierin niet voorziet.
De rechtbank heeft ook bepaald dat het Uwv het griffierecht van € 50,00 aan verzoekster moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.