10.De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
bedreiging met een terroristisch misdrijf, enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling;
bedreiging met een terroristisch misdrijf, enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
verklaart de verdachte
nietstrafbaar;
ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging;
gelast de terbeschikkingstelling van de verdachte en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
legt aan de verdachte op de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 1.220,10, bestaande uit € 120,10 aan materiële schade en € 1.100,- aan immateriële schade, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 11 december 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 1] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 1.220,10, bestaande uit € 120,10 aan materiële schade en € 1.100,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 11 december 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 22 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 28 juli 2022, gewezen onder parketnummer 09-119720-22.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.M. Guljé, voorzitter,
mr. M.L. Harmsen, rechter,
mr. P. van Essen, rechter,
in tegenwoordigheid van R.O. Hollander, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 juni 2024.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met onderzoeksnummer DH1R023103 / Tunnel23, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 228).
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder 1
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 december 2023, voor zover inhoudende (p. 24-25):Desgevraagd nam ik contact op met de melder van het incident op 10 december 2023 om 08.59 uur. Er was via 112 melding gedaan van een verdachte situatie in tram 3 in Den Haag. Ik vroeg [naam 2] of ik sprak met de melder van het incident op 10 december jl. Ik hoorde [naam 2] bevestigend antwoorden op mijn vraag.
[naam 2] vertelde mij het volgende:
“Ik zat in de tram. Die van 08.39 uur. Ik hoorde iemand verderop in de tram schreeuwen. Ik keek over mijn schouder schuin achterom en zag dat de man in legerkleding ook een helm op had en hij hield iets vast onder zijn jas. Toen riep hij
“Allah Akbar!” Ik hoorde dat hij daarna iets riep over een bom en dat hij de tram ging opblazen. Toen stopte de tram bij een halte ergens bij de Laan van Meerdervoort. Ik zag dat de tramchauffeur zijn hokje uitstapte. Ik hoorde de tramchauffeur nog zeggen: “eruit, niet zo interessant doen!” en “wegwezen”. Daarop antwoordde de man die zojuist de tram uit was gezet: “dan ga ik wel een Moskee opblazen.” De man riep nog de tram in: “jullie mogen de tram niet uit, anders blaas ik jullie op
.En hij hield zijn linkerhand omhoog.”
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 51-52):
Op 11 december ben ik naar de website www.facebook.com gegaan. Ik heb in de zoekbalk de naam [de verdachte] ingetypt. Ik heb het profiel geopend en ik zag dat het profiel aan betrokkene [de verdachte] behoorde. Ik zag dat er een video is geplaatst op 10 december 2023 om 06.01 uur.
- Ik hoorde de man zeggen: “Dit is de bom die ik bij mij draag. De bom zit gekoppeld aan een accu van 18 volt voor de stroom. Er liggen 2 pakketjes van 100 gram semtex, oftewel C4, in de bodem en de tas is gevuld met spijkers.”
- Ik hoorde de man zeggen: “Ik heb een vuurwapen in mijn rechterzak, een 635, een baby. Een vrouwenpistool. Als jullie gaan schieten dan blaas ik mijzelf op en dan roep ik " Allah Akbar", de bom zal afgaan uit naam van God.”
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 17-21):Ik bekeek als eerste camera: WI- IK- 06 vanaf tijdstip: 10/12/23 08:31:44. Ik zag dat een man de tram in kwam en ik kan de man als volgt omschrijven. Ik zag dat de man een bruinkleurige helm op had en een camouflagejas aanhad en een zonnebril droeg. Dit is precies hetzelfde signalement als de man de aangehouden verdachte en ik kan met honderd procent zekerheid zeggen dat dit één en dezelfde persoon is
.Op tijdstip 08:32:46 zag ik dat de verdachte met zijn bovenlichaam in de richting van de vrouw draaide. Ik zag dat de vrouw direct opstond en weg wilde van de verdachte. Ik zag dat de verdachte opstond en zodanig ging staan dat de vrouw er niet langs kon. Ik zag dat de verdachte uiteindelijk weggeduwd moest worden door een onbekend gebleven man. Ik wisselde van camera en keek naar camera 02. Ik zag dat de verdachte richting een zittende mevrouw, wie op haar telefoon zat, wilde lopen maar klein beetje viel, vermoedelijk door het remmen van de tram. Ik zag dat de verdachte weer terugkeerde naar zijn originele plek en een paar seconden later weer naar deze zelfde mevrouw liep en naar voren boog.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , opgemaakt op 14 december 2023, voor zover inhoudende (p. 220-221):V: Wij willen u graag wat vragen stellen over het incident van 10 december 2023 in de tram. Wat gebeurde er precies?
A: Op Spui was hij al druk aan het doen, wijzen, schreeuwen. Bij halte Westeinde ging het geschreeuw steeds harder, ook tegen vrouwen. Hij wees heel dicht bij een vrouw haar gezicht met zijn vinger. Er zat een Spaanse dame, die zal doodsangsten hebben gehad. Bij de halte Elandstraat heb ik de tram stilgezet en ben ik naar hem toegelopen. Hij riep dat hij een bom had en de boel ging opblazen. Niemand durfde wat te zeggen, zoveel indruk maakte hij. Toen ik naar hem toeliep, heb ik tegen hem gezegd dat hij eruit moest en dat deed hij. Redelijk snel ging hij eruit. Toen hij buiten stond, zei hij dat ie dan een moskee ging opblazen.
V: Hoe zag deze man eruit?
A: Hij droeg camouflagekleding. Ook een camouflagetas, een rugtas maar die had hij op zijn buik. Volgens mij een soort bomberjack droeg hij. Hij was heel verbaal, schreeuwen. Dat Spaanse vrouwtje zat helemaal te trillen.
V: Had hij nog iets anders bij zich?
A: Niet dat ik weet. Hij hield die tas wel een soort van dreigend beet. Het duurde heel kort, 2 minuten ofzo.
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder 2
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 128-129):
Op 11 december 2023, om 07.20 uur, stapte ik uit de tram. Ik stapte uit op de halte het Spui, te Den Haag. Ik zag dat de man op mij afliep. Ik zag en voelde dat de man mij vervolgens vastpakte bij mijn nek. Ik voelde dat de man mij naar hem toe draaide en achter mij ging staan. Ik zag dat de man mij vastpakte met zijn rechterarm. Ik zag en voelde dat de man zijn onderarm onder mijn keel klemde. De man hield mij vast in een wurghouding.
6.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 28-29):
Op maandag 11 december 2023, omstreeks 07.20 uur, zag ik dat er een man op ons dienstvoertuig af liep en zijn hand opstak. Ik hoorde de man zeggen: “hij heeft haar net bedreigd met een mes.” Ik zag de man met zijn hand richting de man met de hond wijzen. Ik zag de man met de hond staan op de plek waar de man naar wees. Deze man bleek later te zijn;
[de verdachte] , geboren op [geboortedag] -1969 te [geboorteplaats] . Ik zag dat [de verdachte] achterwaarts van de roltrap van de tramtunnel ingang afliep. Ik zag dat collega [naam 4] zijn stroomstootwapen had gericht op [de verdachte] . Ik zag dat [de verdachte] een rugtas op zijn borst had hangen. Ik zag dat [de verdachte] zijn hand in de tas had zitten. Ik zag dat [de verdachte] met zijn hand de leuning van de roltrap vast hield. Ik hoorde [de verdachte] met een luide stem roepen: “ik blaas mijzelf op, ik heb een bom.” Ik hoorde dat [de verdachte] dit meermaals bleef herhalen. Ik zag dat collega [naam 4] op een afstand van ongeveer 6 meter achter [de verdachte] aan bleef lopen. Ik liep ongeveer 1 meter achter collega [naam 4] . Ik voelde mij bedreigd door wat de man zei. Ik had het idee dat de man mogelijk daadwerkelijk een bom zou kunnen hebben. Hierdoor vreesde ik voor het leven van omstanders en mijzelf. Omdat de ochtendspits al begonnen was waren er in de directe omgeving veel omstanders.
Ik zag dat [de verdachte] achteruit bleef lopen. Ik hoorde dat hij bleef roepen: “ik blaas mijzelf op, ik heb een bom.” Ik zag dat [de verdachte] onderaan de roltrap naar rechts liep. Ik zag dat hij in de tramtunnel, op een galerij boven de perrons van de tram liep. Ik zag dat er 3 personen op ongeveer 2 meter afstand van [de verdachte] liepen. Ik zag dat [de verdachte] nog steeds achteruit bleef lopen en ons aan bleef kijken terwijl hij riep: “ik heb een bom, ik blaas mijzelf op.”
Ik zag dat [de verdachte] halverwege de galerij stil bleef staan. Ik zag dat zijn hand nog steeds in zijn rugtas zat. Ik zag dat [de verdachte] weer opnieuw achteruit begon te lopen, ons bleef aankijken en weer begon te roepen: “ik heb een bom, ik blaas mijzelf op.” Ik zag dat [de verdachte] nog steeds zijn hand in zijn tas had zitten. Doordat [de verdachte] bleef volhouden dat hij daadwerkelijk een bom bij zich had, begon ik steeds meer te geloven dat hij daadwerkelijk iets bij zich had waarmee hij omstanders of mij en mijn collega's iets aan kon doen. Dit kwam extreem bedreigend op mij over.
Ik zag dat [de verdachte] een hoek omliep. Ik zag dat [de verdachte] zijn arm uit zijn tas haalde en deze arm om de nek van een vrouw sloeg. Ik zag dat [de verdachte] zijn arm stevig om de nek van de vrouw hield. Ik zag dat de vrouw zich probeerde los te maken door te draaien met haar lichaam en tegen de arm van [de verdachte] aan te duwen met haar handen. Ik zag dat collega [naam 3] naar [de verdachte] liep en hem bij zijn hoofd vast pakte.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 32-34):
Op maandag 11 december 2023 zag ik de verdachte op de rechter roltrap naar beneden lopen. Vrijwel direct hierna zag ik de verdachte met zijn hand in de rugzak gaan die hij op zijn borst droeg. Ik hoorde de man roepen: “ik heb een bom! Ik ga mij zelf opblazen!” Ik schatte deze situatie in als zijnde een extreme bedreiging. Met in achtgenomen wat er speelt op dit moment in de wereld en omliggende landen, vreesde ik voor het leven van de omstanders en die van mij, mocht er een bom afgaan.
Hierop zag ik de verdachte op de roltrap, achteruit, naar beneden lopen. Terwijl hij dit deed bleef hij herhalen dat hij een bom had en zich ging opblazen. Ik zag dat de verdachte naar achter bleef lopen, met zijn gezicht naar ons. Dit ging gepaard met dat de verdachte continu riep dat hij een bom had en zich ging opblazen. De verdachte bleef met zijn hand in zijn rugzak zitten. Omdat de verdachte zo zeker over zichzelf was, bij het roepen van dat hij een bom had en zichzelf ging opblazen, geloofde ik steeds meer dat de verdachte daadwerkelijk een bom bij zich droeg.
Ik zag de verdachte hierna de aangeefster zijn rechter arm om haar nek heen slaan en deze krachtig naar zich toe trekken. Ik zag dat de verdachte, de aangeefster voor zich trok, als het ware als een schild. Hierna hoorde ik de verdachte nogmaals roepen dat hij zichzelf ging opblazen. Ik zag dat de aangeefster zich verstijfde en een geschrokken/verstijfde blik had.
8.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 106-108):
Op maandag 11 december 2023 omstreeks 07:20 uur hoorde ik dat collega’s waren aangesproken door een man en een vrouw op de Grote Marktstraat te Den Haag. De man zou hebben gezien dat de vrouw was bedreigd door een andere man. Aanrijdend hoorde ik dat collega’s hun stroomstootwapen en vuurwapen ter hand hadden genomen. Ik zag collega’s staan op een lange galerij in de tramtunnel. Ik zag dat de verdachte zijn arm om de nek van een vrouw klemde die achter de schuine muur stond. Ik pakte de verdachte vast bij zijn hoofd en helm. Ik hoorde ineens een harde knal, die ik herkende als het afgaan van het stroomstootwapen. Ik zag dat de verdachte in een van zijn benen was geraakt door het stroomstootwapen. Ik zag dat de verdachte de vrouw losliet. Ik zag dat collega [naam 5] mij ondersteunde bij de aanhouding.
Ik en collega [naam 5] hebben de verdachte plat op zijn buik gelegd om controle te krijgen over de verdachte.
Ik had controle over de linkerarm van de verdachte en collega [naam 5] over de rechterarm.
9.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt op 11 december 2023, voor zover inhoudende (p. 124-126):
A: Ik heb vanochtend de hond uit gelaten. Ik ging de tramtunnel in, dreigen, dreigen, dreigen.
V: Wie?
A: De politie natuurlijk. Ik heb gelijk gezegd dat ik een bom had, maar ik zag een vrouw met een pruik en die vrouw pakte ik beet.
V: Wat gebeurde er nu bij de tramtunnel vandaag?
A: Er kwamen allemaal agenten op mij af, staan blijven! Ik dacht ik blijf niet staan, jullie willen mijn hond afpakken. Ik schreeuwde dat er een bom in mijn tas zat.
V: Waarom pakte je die vrouw nu beet dan?
A: Omdat het zo dreigend was de situatie, dus ik pakte haar vast en riep: “anders blaas ik haar en mij op!”