ECLI:NL:RBDHA:2024:9720
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres betwistte dat er een situatie was die de verlenging van de beslistermijn op haar asielaanvraag rechtvaardigde, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet (Vw). De rechtbank heeft geoordeeld dat de ingebrekestelling van eiseres, die op 20 maart 2024 was ingediend, te vroeg was. Dit was het gevolg van de inwerkingtreding van het besluit WBV 2023/3, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen die na 1 januari 2023 zijn ingediend, met negen maanden verlengt. Eiseres had haar asielaanvraag op 14 september 2023 ingediend, waardoor de beslistermijn pas op 14 december 2024 afliep. De rechtbank concludeerde dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals vastgelegd in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier D.D. Bijlhout, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.