In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. F. Khodajoo-Aziz Maleki, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig is beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser heeft zijn aanvraag op 25 oktober 2022 ingediend, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden is door verweerder met negen maanden verlengd. Eiser heeft verweerder op 12 februari 2024 in gebreke gesteld, maar heeft meer dan twee weken gewacht met het indienen van beroep. De rechtbank heeft het beroep kennelijk gegrond verklaard, omdat eiser niet tijdig is gehoord en de beslistermijn is overschreden.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen acht weken na de uitspraak een nader gehoor moet afnemen en binnen acht weken daarna een besluit op de aanvraag moet bekendmaken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50, omdat hij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 10 juni 2024. De rechtbank heeft de beslissing genomen dat het beroep gegrond is, het niet tijdig nemen van een besluit is vernietigd, en verweerder is opgedragen om binnen zestien weken alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken.